Ondernemen H3
Doelgroep
1 / 11
Onderdelen in deze les
Doelgroep
Slide 1 - Woordweb
Concurrentie
A
Bedrijven die verschillende producten verkopen
B
Bedrijven die geen producten verkopen
C
bedrijven die winst willen maken
D
Bedrijven die dezelfde soort/ producten verkopen
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Imago-onderzoek
A
Onderzoek van bedrijven
B
Een onderzoek om te achterhalen wat mensen denken over jouw onderneming
C
klantenonderzoek
D
Onderzoek over hoeveel mensen er lopen bij een locatie
Slide 4 - Quizvraag
Grote spelers
A
Grote players
B
bedrijven die 1 vestiging hebben.
C
Bedrijven met meer vestigingen
D
Een bedrijf met een grote winkel
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Marketing is
A
A. Alle activiteiten die een bedrijf uitvoert om de kwaliteit van het personeel te vergroten.
B
Alle producten die een bedrijf verkoopt aan de klant.
C
Alle activiteiten die een bedrijf uitvoert om zijn product te verkopen aan zijn klant, rekening houdend met de wensen en behoeften van de klant.
D
Alle kosten die een bedrijf maakt om een product te verkopen.
Slide 7 - Quizvraag
Brood behoort tot welke productgroep?
A
Groente
B
Fruit
C
Brood
D
Meelspijzen
Slide 8 - Quizvraag
Een handelaar in wollen truien verkoopt elke trui voor € 20,--
De afzet is 6.000 stuks.
De inkoopwaarde is € 72.000
De bedrijfskosten zijn € 45.000
Bereken de nettowinst
De afzet is 6.000 stuks.
De inkoopwaarde is € 72.000
De bedrijfskosten zijn € 45.000
Bereken de nettowinst
A
€ 120.000
B
€ 48.000
C
€ 3.000
D
€ 240.000
Slide 9 - Quizvraag
Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Actiekorting
B
Vasteklantenkorting
C
Betalingskortin
D
Seizoenskorting
Slide 10 - Quizvraag
Iphone komt met een nieuwe telefoon
De AH verhuist naar een drukkere locatie om meer te verkopen
MediaMarkt verplicht hun medewerkers om een verkoopcursus te volgen.
De laagsteprijsgarantie geldt bij Jumbo ook online
Verbind de marketingsinstrumenten met de activiteiten.
Prijs
Personeel
Plaats
Product
