Fictie: Vertelsperspectief

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geen 'fictie'?
A
Een stripverhaal
B
het boek 'Spijt' van Carry Slee
C
Het boek over het leven van Enzo Knol

Slide 3 - Quizvraag

Spanning in een verhaal

De schrijver kan een verhaal spannend maken door te wisselen in tijd, plaats en perspectief.

De schrijver kan je hiermee misleiden of juist meer informatie geven.

Vandaag gaan we meer leren over vertelperspectief.

Slide 4 - Tekstslide

Vertelperspectief
Het perspectief ligt bij de persoon in het verhaal van wie je weet wat hij denkt en voelt, meestal is dat de hoofdpersoon
Verhalen kunnen verteld worden uit verschillende perspectieven:  
* ik-verteller
* de personale verteller
* de alwetende verteller

Slide 5 - Tekstslide

De ik-verteller
De ‘ik’ is zelf een personage in het verhaal. De ‘ik’ vertelt alleen wat hij zelf meemaakt, wat hij weet van anderen en wat hij denkt dat gebeurd is. 

Het verhaal is geschreven in de 'ik' vorm.

Slide 6 - Tekstslide

De personale verteller
Het verhaal wordt in de 3e persoon verteld. Deze heeft alleen inzicht in zijn eigen belevingswereld. Het verhaal wordt verteld vanuit zijn of haar perspectief en is geschreven in de 'hij', 'zij' of 'ze' vorm.

Slide 7 - Tekstslide

Wisselend vertelperspectief
Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende personen. Het ene hoofdstuk lees je het verhaal vanuit de hoofdpersoon, het andere hoofdstuk vanuit een bijpersoon. 

Slide 8 - Tekstslide

De alwetende verteller.
De alwetende verteller weet alles van alle personages, kan vooruitkijken, commentaar geven en de lezer persoonlijk aanspreken. de alwetende verteller is GEEN personage in een verhaal. 
Hij hangt als een helikopter boven het verhaal.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 13 - Quizvraag

Uit de Vliegeraar van Khaled Hosseini
Amir en Hassan groeien samen op in de hoofdstad van Afghanistan. Als blijk van hun verbondenheid kerft Amir hun namen in een granaatappelboom: 'Amir en Hassan, de sultans van Kabul'. Maar sultans zijn ze alleen in hun fantasie, want Amir hoort tot de bevoorrechte bevolkingsgroep en Hassan en zijn vader zijn arme Hazaren, in dienst van Amirs vader.
Bij de jaarlijkse vliegerwedstrijd in Kabul is Amir de vliegeraar, degene die het touw van de vlieger in handen heeft. Hassan is zijn hulpje, de vliegervanger. 


Slide 14 - Tekstslide

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een groot verschil tussen een alwetende verteller en een personale verteller? 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide