Les 6 - Grammatica - MV (ZD)

Meewerkend voorwerp
Programma:
- Lezen - individueel 
Opfrissen kennis - samen
- Uitleg meewerkend voorwerp - samen
- Korte opdrachten - individueel 

GRAAG TAFELS LEEG (ook geen flesjes water) EN STILTE. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Meewerkend voorwerp
Programma:
- Lezen - individueel 
Opfrissen kennis - samen
- Uitleg meewerkend voorwerp - samen
- Korte opdrachten - individueel 

GRAAG TAFELS LEEG (ook geen flesjes water) EN STILTE. 

Slide 1 - Tekstslide

Noteer hoe je het lijdend voorwerp vindt.

Slide 2 - Open vraag

Dhr. Wakker bezoekt regelmatig de wedstrijden van Ajax. Het lijdend voorwerp is..

Slide 3 - Open vraag

Noteer het wwg: 'De docent uit Amsterdam is nu les aan het geven.'

Slide 4 - Open vraag

Noteer het onderwerp: 'Die moeilijke wiskundesommen heb ik eigenlijk nooit willen maken.'

Slide 5 - Open vraag

Het meewerkend voorwerp
- Iemand die meewerkt of degene die iets 'ontvangt'.
- Je kunt er *aan* of *voor* voorzetten of weglaten.
- Aan/voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
1. Hij geeft die leerlingen een heel erg goed cijfer.
2. Voor ons wordt er een mooi liedje gezongen.

Slide 6 - Tekstslide

Het meewerkend vw
Je vindt een meewerkend vw alleen in de zin als (een van je) werkwoord(en) iets te maken heeft met een ontvanger. 
Bijv: overhandigen, sturen, zenden, uitdelen etc.


Controlevragen op de volgende slide

Slide 7 - Tekstslide

De docent is heel erg goed bezig. Het meewerkend voorwerp is...

Slide 8 - Open vraag

De leerling stuurt de afdelingsleider een zakelijke brief. Het meewerkend voorwerp is...

Slide 9 - Open vraag

Opdracht Classroom
1 - Schrijf eerst de zinnen over.
2 - Verdeel daarna de zin in zinsdelen.
3 - Benoem daarna pv, wwg, ow, lv en mv (zie instructie in Classroom).

Slide 10 - Tekstslide