Je verbindt woorden met een koppelteken (streepje) als:
het woord begint met de voorvoegsels: niet-, non-, bijna-, oud-, ex-, aspirant, chef-, kandidaat-, stagiair-, leerling-, assistent-, collega- of meester:
ex-echtgenoot/oud-voetballer/assistent-manager, kandidaat-notaris enz.