H7 Ronde 5 om te oefenen (+ uitwerkingen werkbladen)

Wat weet je nog?



1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog?



Slide 1 - Tekstslide


Wat is de algemene vorm van een kwadratische formule?
(geen spaties, voor kwadraat een 2 gebruiken)


Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide


Waarvoor gebruik je de formule?
A
Voor het berekenen van een kwadratische formule.
B
Voor het berekenen van a, b, en c.
C
Voor het berekenen van de coördinaten van de top.
D
Voor het berekenen van een tabel.

Slide 4 - Quizvraag

Bereken de coördinaten van de top van de grafiek.

Slide 5 - Open vraag

Let op! Zet een negatief getal altijd tussen haakjes bij x2.

Slide 6 - Tekstslide


Bereken de inhoud van het prisma.
Rond zo nodig af op twee decimalen. 
Vul in: ______ cm3

Slide 7 - Open vraag

prisma

Slide 8 - Tekstslide

WAT GA JE LEREN? 
  • Ik kan de inhoud berekenen van ruimtefiguren, zoals een balk, cilinder, prisma en piramide. 

  • Ik kan de inhoud berekenen van samengestelde figuren. 

Slide 9 - Tekstslide

INSTRUCTIE RONDE 5 (par. 7.5)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Vergrotingsfactor
bij gelijkvormige figuren
origineel
beeld
vf = breedte beeld : breedte origineel
vf =            4,5          :     1,5             = 3


Slide 12 - Tekstslide

Van vergrotingsfactor
naar oppervlakte
De vergrotingsfactor is dus 3.

Hoe zit dat bij oppervlakte?
de lengte is 3x zo groot
de breedte is 3x zo groot 

Dus de oppervlakte is 
3 x 3 = 3zo groot. 
origineel
beeld

Slide 13 - Tekstslide

Van vergrotingsfactor
naar oppervlakte

Leer deze formule uit 't hoofd!!!

oppervlakte origineel is
1,5 x 1,9 = 2,85 cm2

oppervlakte beeld is
32 x 2,85 = 25,65 cm2
origineel
beeld

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Van oppervlakte naar vergrotingsfactor
Leer de formule uit je hoofd!!!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vergrotingsfactor en schaal
Schaal 1 : 1,5

Slide 19 - Tekstslide

Familie De Winter heeft een voortuin van 20 m2. De familie Van der Ent heeft een voortuin van dezelfde vorm. De vergrotingsfactor is 3,5.
Bereken de oppervlakte van de voortuin van de familie Van der Ent.
Vul in: ______ m2

Slide 20 - Open vraag

Familie De Winter heeft een voortuin van 20 m2. De familie Van der Ent heeft een voortuin van dezelfde vorm. De vergrotingsfactor is 3,5.
Bereken de oppervlakte van de voortuin van de familie Van der Ent.

Slide 21 - Tekstslide

De twee televisies in de figuur zijn gelijkvormig. Het scherm van de kleine tv heeft een oppervlakte van 2840 cm2. Bereken de oppervlakte van het grote televisiescherm. Rond de vergrotingsfactor af op twee decimalen en rond de oppervlakte af op hele vierkante centimeters.
Vul in: ______ cm2

Slide 22 - Open vraag

De twee televisies in de figuur zijn gelijkvormig. Het scherm van de kleine tv heeft een oppervlakte van 2840 cm2.
Bereken de oppervlakte van het grote televisiescherm. Rond de vergrotingsfactor af op twee decimalen en rond de oppervlakte af op hele vierkante centimeters.

Slide 23 - Tekstslide

Liam heeft een tekening gemaakt met de computer.
De oppervlakte van de tekening is 15 cm2.
Hij vergroot de tekening met een schaal van 1 : 9.
Wat is de oppervlakte van de vergroting?
Vul in: ______ cm2

Slide 24 - Open vraag

Liam heeft een tekening gemaakt met de computer.
 De oppervlakte van de tekening is 15 cm2.
Hij vergroot de tekening met een schaal van 1 : 9.
Wat is de oppervlakte van de vergroting? 

15 x 9 = 135 cm2

Slide 25 - Tekstslide

Ronde spiegels worden in verschillende maten gemaakt.
Een kleine spiegel heeft een oppervlakte van 78,5 cm2.
Een grote spiegel heeft een oppervlakte van 28 dm2.

Bereken de vergrotingsfactor. Rond zo nodig op twee decimalen af.

Slide 26 - Open vraag

Ronde spiegels worden in verschillende maten gemaakt.
Een kleine spiegel heeft een oppervlakte van 78,5 cm2.
Een grote spiegel heeft een oppervlakte van 28 dm2.
Bereken de vergrotingsfactor.

Let op! Maten zijn niet gelijk!!!

Slide 27 - Tekstslide

We weten nu dat de vergrotingsfactor 5,97 is.
Wat is de schaal?


Slide 28 - Open vraag

We weten nu dat de vergrotingsfactor 5,97 is.
De kleine spiegel heeft een diameter van 10 cm. Bereken de diameter van de grote spiegel in hele centimeters.

Vul in: ______ cm

Slide 29 - Open vraag

We weten nu dat de vergrotingsfactor 5,97 is.
De kleine spiegel heeft een diameter van 10 cm. Bereken de diameter van de grote spiegel in hele centimeters. 

Slide 30 - Tekstslide

Op een schaaltekening is de oppervlakte van een park 35 cm2.
In het echt wordt het park 1,4 ha.

Bereken de vergrotingsfactor.



Slide 31 - Open vraag




Op een schaaltekening is de oppervlakte van een park 35 cm2.
In het echt wordt het park 1,4 ha.
Bereken de vergrotingsfactor.

Slide 32 - Tekstslide

We weten nu dat de vergrotingsfactor 2000 is.
Op welke schaal is de tekening gemaakt.

Vul in: 1 : _______



Slide 33 - Open vraag

Schaal
                



            
             De vergrotingsfactor is 2000.
                Dus de schaal is 1 : 2000

1 : VF

Slide 34 - Tekstslide

Harry ontwerpt een schuur.
Op de schaaltekening is de schuur 22 cm bij 17 cm.
In het echt krijgt de schuur een oppervlakte 23,375 m2.
Op welke schaal is de tekening gemaakt?
Vul in: 1 : _______



Slide 35 - Open vraag




Harry ontwerpt een schuur.
Op de schaaltekening is de schuur 22 cm bij 17 cm.
In het echt krijgt de schuur een oppervlakte 23,375 m2.
Op welke schaal is de tekening gemaakt?
23,375 m2 x 100 x 100 = 233750 cm2
374233750=25
Schaal 1 : 25

Slide 36 - Tekstslide

Op de schaaltekening is de schuur 22 cm bij 17 cm.
In het echt krijgt de schuur een oppervlakte 23,375 m2.
De schaal is 1 : 25.
Bereken de lengte van de echte schuur in meters.
Vul in: _____ m






Slide 37 - Open vraag

Op de schaaltekening is de schuur 22 cm bij 17 cm.
In het echt krijgt de schuur een oppervlakte 23,375 m2.
De schaal is 1 : 25.
Bereken de lengte van de echte schuur in meters.

Slide 38 - Tekstslide

Op de schaaltekening is de schuur 22 cm bij 17 cm.
In het echt krijgt de schuur een oppervlakte 23,375 m2.
De schaal is 1 : 25.
Bereken de breedte van de echte schuur in meters.
Vul in: _____ m






Slide 39 - Open vraag

Op de schaaltekening is de schuur 22 cm bij 17 cm.
In het echt krijgt de schuur een oppervlakte 23,375 m2.
De schaal is 1 : 25.
Bereken de lengte van de echte schuur in meters.

Slide 40 - Tekstslide

Het grootste passagiersvliegtuig ter wereld, de Airbus A380, heeft een lengte van 72,7 m. Het vleugeloppervlak is 845 m2. Voor een windtunneltest wordt een schaalmodel gemaakt met een vleugeloppervlak van 0,338 m2.
Bereken de lengte van het schaalmodel.
Vul in: ______ m.




Slide 41 - Open vraag

Het grootste passagiersvliegtuig ter wereld, de Airbus A380, heeft een lengte van 72,7 m. Het vleugeloppervlak is 845 m2. Voor een windtunneltest wordt een schaalmodel gemaakt met een vleugeloppervlak van 0,338 m2.
Bereken de lengte van het schaalmodel.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide