Wiskunde H6 voorbereiding toets

Voorbereiding toets H6
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding toets H6

Slide 1 - Tekstslide

De vergrotingsfactor bereken je met de formule:
A
lengte beeld : lengte origineel
B
lengte origineel : lengte beeld
C
lengte beeld x lengte origineel
D
lengte origineel x lengte beeld

Slide 2 - Quizvraag

Bij een verkleining is de vergrotingsfactor...
A
groter dan 1
B
kleiner dan 1

Slide 3 - Quizvraag

Maak notities over deze driehoeken

Slide 4 - Tekstslide


Hoek L is gelijk aan...
A
Hoek K
B
Hoek P
C
Hoek R
D
Hoek Q

Slide 5 - Quizvraag


Hoek M is gelijk aan...
A
Hoek R
B
Hoek P
C
Hoek L
D
Hoek Q

Slide 6 - Quizvraag

Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
Bereken de oppervlakte. Rond af op één decimaal

Slide 7 - Tekstslide


De oppervlakte is...
A
24,6 cm2
B
24,65 cm2
C
24,66 cm2
D
24,5 cm2

Slide 8 - Quizvraag

De vijver op de tekening heeft een oppervlakte van 6,1 cm². In het echt zijn alle maten 300 keer zo groot.
Bereken de oppervlakte van de echte vijver in vierkante meters.
De vijver op de tekening heeft een oppervlakte van 6,1 cm². In het echt zijn alle maten 300 keer zo groot.
Bereken de oppervlakte van de echte vijver in vierkante meters.
De vijver op de tekening heeft een oppervlakte van
6,1 cm². In het echt zijn alle maten 300 keer zo groot.
Bereken de oppervlakte van de echte vijver in vierkante meters.

Slide 9 - Tekstslide


De oppervlakte van de echte vijver is...
A
549 m2
B
5,49 m2
C
54,9 m2

Slide 10 - Quizvraag

Van vergrotingsfactor naar Inhoud
Bereken de inhoud. Rond af op hele milliliters!

Slide 11 - Tekstslide


Wat is jouw berekening?

Slide 12 - Open vraag


Het juiste antwoord is...
A
64152 ml
B
641,5 ml
C
642 ml
D
642,52 ml

Slide 13 - Quizvraag

Tekenen op schaal

Slide 14 - Tekstslide

Bij 'tekenen op schaal' moeten de echte maten eventueel omgerekend worden naar...
A
centimeters
B
kilometers
C
millimeters
D
meters

Slide 15 - Quizvraag

Maak de berekening voor de schaaltekening. 

Slide 16 - Tekstslide


De lengte van
de schaaltekening wordt...
A
4200 : 500 = 8,4 cm
B
4200 : 50 = 84 cm

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide


De echte trein is groter dus je moet...
A
delen
B
vermenigvuldigen

Slide 20 - Quizvraag


De trein is in het echt...
A
252 : 20 = 12,6 cm
B
252 × 20 = 5040 cm

Slide 21 - Quizvraag


5040 cm is ...
A
504,0 meter
B
0,504 meter
C
50,4 meter

Slide 22 - Quizvraag

Je gaat nu maken:

Herhaling blz. 108 t/m  110

Opdracht 6 t/m 12


Slide 23 - Tekstslide