Les 6 - 2 december 2024

Socialiseren

Pak je laptop. Deze laat je nog even dicht. 

timer
5:00
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Socialiseren

Pak je laptop. Deze laat je nog even dicht. 

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
  • Korte terugblik paragraaf 2
  • Onderdeel lezen paragraaf 3
  • Mening, argument en conclusie (leerdoelen)
  • Korte instructie (video)
  • Verlengde instructie/ zelfstandig opdrachten
  • Evaluatie
  • Opruimen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 3 lezen
Je kunt nu:
Meningen, argumenten en conclusies herkennen en van elkaar onderscheiden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat zijn signaalwoorden?
A
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
B
Ze geven aan wat voor soort tekst het is.
C
Ze geven aan met welk verband je te maken hebt.
D
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een feit?
A
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Controleerbaar.
B
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Niet controleerbaar.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een mening (standpunt)?
A
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee eens.
B
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee oneens.
C
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er eens of oneens mee zijn.
D
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er niets van zeggen.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een argument (reden)?
A
Een uitleg waarmee je een feit verdedigt.
B
Een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
C
Een uitleg waarmee je een reden verdedigt.
D
Iets wat je moet controleren.

Slide 8 - Quizvraag

Uitleg of zelfstandig aan het werk?
Maak je keuze.....

Zelfstandig werken:
Ga naar je digitale boek > cursus 1 meer dan lezen > paragraaf 3 mening, argument en conclusie.
Je maakt de opdr. 1 en 2.  

LessonUp teksten en vragen 

Slide 9 - Tekstslide

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 10 - Tekstslide

In welke alinea('s) kun je de mening van de schrijver lezen?
A
alinea 1
B
alinea 2
C
in alinea 1 en 2

Slide 11 - Quizvraag

In alinea 2 staat 'Ik vind dat'.
Dit is een signaalwoord voor het geven van een mening.
Welke ander signaalwoord voor mening staat ook in alinea 2?

Slide 12 - Open vraag

De schrijver zegt: 'Ik vind dat de hond direct in beslag moet worden genomen'.

Welk argument (reden) geeft hij hiervoor?

Slide 13 - Open vraag

De schrijver zegt: 'Een pittig gesprek is volgens mij een slecht plan'.

Welk argument (reden) geeft hij hiervoor?

Slide 14 - Open vraag

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Slide 15 - Tekstslide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt

Het is niet controleerbaar

-Je kunt het eens of oneens zijn

- signaalwoorden: ik vind, volgens mij, naar mijn mening...


Voorbeeld van een mening (standpunt):

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 16 - Tekstslide

ARGUMENT (REDEN)

- Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.

- Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers...



Voorbeeld van een argument (reden):

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 17 - Tekstslide

CONCLUSIE

- Als alle argumenten (redenen) zijn gegeven, kan er een conclusie volgen.

- Korte herhaling van meningen en argumenten.

-Signaalwoorden: dus, concluderend, dat betekent...



Voorbeeld van een conclusie:

Het is dus goed dat jongeren kleedgeld krijgen, want dan leren zij met geld omgaan.

Slide 18 - Tekstslide

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Vivera
B
Natuur & Milieu
C
Wereldwijde voedselverdeling
D
Flexitariër

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor soort tekst is de tekst?
A
advertentie
B
nieuwsbericht
C
reactie op een website

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een flexitariër?

Slide 22 - Open vraag

Wat wil Natuur & Milieu bereiken met de campagne?

Slide 23 - Open vraag

Wat is de mening van Natuur & Milieu over de toename van het aantal felexitariërs?

Slide 24 - Open vraag

In alinea 2 staat dat het goed is om niet alle dagen vlees te eten. Welke drie argumenten worden daarbij genoemd?

Slide 25 - Open vraag

Welk argument staat in alinea 3 voor de mening van Natuur & Milieu?

Slide 26 - Open vraag

Waarom heeft een vleesloze dag in Nederland ook positieve gevolgen elders in de wereld?

Slide 27 - Open vraag

In alinea 4 staat een vergelijking. Noteer deze in eigen woorden.

Slide 28 - Open vraag

Waarom is het eten van minder vlees een simpele manier om milieubewust bezig te zijn?
Gebruik niet meer dan 15 woorden in je antwoord.

Slide 29 - Open vraag

Wat is het doel van de campagne van Natuur & Milieu?
A
je informeren over de campagne
B
je instrueren hoe je milieubewust kunt worden
C
je overhalen hoe je flexitariër kunt worden

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het doel de tekst?
A
adviseren
B
informeren
C
overhalen

Slide 31 - Quizvraag

Wat betekent
campagne
in alinea 1?
A
een andere mogelijkheid
B
gezondheid
C
grote actie voor een bepaald doel
D
pilot

Slide 32 - Quizvraag

Wat betekent
alternatief
in alinea 1?
A
een andere mogelijkheid
B
gezondheid
C
eten
D
op een andere plaats

Slide 33 - Quizvraag

Wat betekent
welzijn
in alinea 2?
A
pas geleden
B
gezondheid
C
eten
D
op een andere plaats

Slide 34 - Quizvraag

Wat betekent
overmatige
in alinea 3?
A
pas geleden
B
te veel
C
eten
D
op een andere plaats

Slide 35 - Quizvraag

Wat betekent
elders
in alinea 3?
A
pas geleden
B
proef
C
eten
D
op een andere plaats

Slide 36 - Quizvraag

Wat betekent
recentelijk
in alinea 4?
A
pas geleden
B
behoorlijk
C
eten
D
in de toekomst

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekent
nuttigen
in alinea 4?
A
nodig zijn
B
behoorlijk
C
eten
D
in de toekomst

Slide 38 - Quizvraag




Mening, argument en conclusie
Ga naar je digitale boek > cursus 1 meer dan lezen > paragraaf 3 mening, argument en conclusie.

Je maakt de opdr. 1 en 2.  

Slide 39 - Tekstslide

Evaluatie les
Wat heb je deze les gedaan en wat heb je geleerd?

Slide 40 - Tekstslide

Opruimen
Schuif je stoel aan.
Wachten op de bel. 
Jas aandoen bij het verlaten van het lokaal.
Telefoon blijft uit het zicht. 


Slide 41 - Tekstslide