Leidinggeven hoofdstuk 11

Hoofdstuk 11 Planning
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LeidinggevenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11 Planning

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een planning?

Slide 2 - Open vraag

Welke planningen zijn er?
A
strategische planning
B
tactische planning
C
operatonele planning
D
a, b en c zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

De planning is globaal, dit is een voorbeeld van:
A
langetermijnplanning
B
midellangetermijnplanning
C
kortetermijnplanning
D
werkplanning

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent SMART?

Slide 5 - Open vraag

Hoe lang mag een dienst maximaal duren volgens de arbeidstijdenwet?
A
8 uur
B
9 uur
C
10 uur
D
12 uur

Slide 6 - Quizvraag

Welke 3 stappen volg je bij het opstellen van een werkplanning?

Slide 7 - Open vraag

Wat doe je als je de planning evalueert?

Slide 8 - Open vraag

Uit de praktijk
Daan is leidinggevende in een groot warenhuis. Ze verzorgt de werkplanningen voor
de afdeling Modeaccessoires. Ze maakt wekelijks een schema van de werkzaamheden
die gedaan moeten worden en de mensen en middelen die ze nodig heeft om die uit te
voeren.
1. Is de planning van Daan strategisch, tactisch of operationeel?

Slide 9 - Open vraag

Daan overlegt met haar medewerkers en maakt de planning op basis van
bezetting, taken en budget.
Aan welke letter van het SMART-principe draagt dit overleg bij?

Slide 10 - Open vraag

3. Noem een onvoorspelbare gebeurtenis die ervoor kan zorgen dat Daan haar
planning moet bijstellen.

Slide 11 - Open vraag

4. Daan controleert aan het einde van elke dag of de werkzaamheden nog op schema
liggen.
Wat kan ze doen als dit niet het geval is?

Slide 12 - Open vraag

Dirk heeft een planning gemaakt. In deze planning staat dat zijn medewerker
Joris op donderdag van 09:00 tot 21:00 uur de kassa van de afdeling
Damesmode bemant.
Is deze planning SMART? Leg uit.

Slide 13 - Open vraag

3. Tineke heeft een kapsalon. Bij het maken van een werkplanning houdt ze onder
meer rekening met de beschikbaarheid van medewerkers en de prognose voor
de betreffende week.
Waarom houdt ze met deze twee factoren rekening? Leg uit

Slide 14 - Open vraag

. Cynthia is afdelingsmanager van de afdeling Parfumerie van een groot
warenhuis. Ze moet veel taken verdelen.
Welk soort planning kan Cynthia het beste gebruiken voor het plannen van de
dagelijkse werkzaamheden? Leg uit.

Slide 15 - Open vraag