T3 B5 KT
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Je kijkt door een microscoop en ziet een cel met celwanden. Welke conclusie kun je nu trekken
A
Dit is niet een cel van een plant
B
Dit is niet een cel van een schimmel
C
Dit is niet een cel van een bacterie
D
Dit is niet een cel van een dier
Slide 4 - Quizvraag
Je kijkt door een microscoop en ziet een cel zonder celkern. Welke conclusie kun je nu trekken
A
Dit is een cel van een plant
B
Dit is een cel van een schimmel
C
Dit is een cel van een bacterie
D
Dit is een cel van een dier
Slide 5 - Quizvraag
Je kijkt door een microscoop en ziet een cel met grote vacuole. Welke conclusie kun je nu trekken
A
Dit is een cel van een plant of dier
B
Dit is een cel van een plant of bacterie
C
Dit is een cel van een plant of schimmel
D
Dit is een cel van een dier of bacterie
Slide 6 - Quizvraag
Je kijkt door een microscoop en ziet een cel met een celmembraan. Welke conclusie kun je nu trekken
A
Dit is een cel van een plant of dier
B
Dit is een cel van een schimmel of bacterie
C
Dit is een cel van een plant of schimmel of dier
D
Dit kan een cel van elk organisme zijn
Slide 7 - Quizvraag
Sommige schimmels maken antibiotica
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Alle gewervelden zijn tweezijdig symmetrisch
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Een paddenstoel heeft voortplanting als functie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Een slang is een weekdier
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat doen bacteriën?
