In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
5.5 de wereld in crisis
Slide 1 - Tekstslide
Aan het werk
woordenlijst/samenvatting 5.3 en 5.5, vragen?
Maken vraag voor vrijdag 14 febr:
vraag 46, 47, 51, 52, 58 , 59 en 62
5.5 samenvatting maken mag, is handig
vraag 65, 66, 69, 72 en 73
Slide 2 - Tekstslide
Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling (door consumenten en boeren)
en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de
Amerikaanse economie in elkaar.
Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept...
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 44
Bij het uitbreken van een economische crisis moet een overheid maatregelen nemen om de crisis aan te pakken. Bedenk samen vier mogelijke maatregelen.
Voorbeelden van goede antwoorden:
Bezuinigingen om geld te besparen
Investeren om bedrijven te helpen
Werkgelegenheidsprogramma’s opzetten
Leningen verstrekken aan ondernemers.
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 46
Schrijf in de linker kolom oorzaken van de economische crisis in de Verenigde Staten. De rest van het schema vul je nog niet in.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 47
Bepaal welke oorzaak volgens jou de aanleiding was voor het uitbreken van de economische crisis. Zet een kruisje achter die oorzaak. Leg je antwoord uit.
De aanleiding is de meest directe oorzaak. Toen de aandelenkoersen daalden, raakten veel mensen in de problemen, doordat ze de aandelen hadden gekocht met geleend geld en dat niet konden terugbetalen. Daardoor gingen banken failliet.
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 52
Schrijf in de eerste kolom de maatregelen die Hoover nam om de economische crisis op te lossen. De tweede kolom vul je later in.
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 55
Schrijf in het schema bij opdracht 52 in de tweede kolom de maatregelen die Roosevelt nam om de crisis op te lossen.
Als je continuïteit ziet met een maatregel van Hoover, schrijf de maatregel van Roosevelt er dan naast. Zie je vooral verandering, schrijf deze maatregel dan op een regel waar bij Hoover niets staat.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 55
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 58
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 58
In een spotprent hebben ook kleine onderdelen (beeldelementen) van de tekening vaak een bepaalde boodschap. Hieronder staan beeldelementen van de tekening. Leg steeds uit wat de tekenaar ermee bedoelt. Vul de lijst aan met nog twee beeldelementen en hun betekenis.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 58
Slide 12 - Tekstslide
H5.5 De wereld in crisis
Slide 13 - Tekstslide
Gevolgen van de beurskrach voor Duitsland
Amerika eist de leningen van het Dawesplan terug-->Duitsland belandt weer in een economische crisis.
Politieke chaos is het gevolg. De NSDAP (partij van Hitler) belooft de ellende op te lossen en wint de verkiezingen in 1933.
Door een (on)gelukkig toeval (Rijksdagbrand) krijgt Hitler de absolute macht en maakt van Duitsland een dictatuur.
theorie
Slide 14 - Tekstslide
NSDAP
1933
- Adolf Hitler
- tegen Republiek van Weimar
Populair door:
- terreur (SA knokploeg/SS Lijfwachten van Hitler)
- propaganda (Goebbels)
Slide 15 - Tekstslide
Hitlers aanpak van de crisis
Hitler geeft opdracht tot grote werkverschaffingsprojecten: snelwegen bouwen, schepen en vliegtuigen en militaire productie.
Kraft durch Freude (Kracht door vreugde) Bevolking kreeg weer werk en werd beloond met uitstapjes. Dit kostte de staatkas wel veel geld. Maar het volk was blij met Hitler.
Het uitbreken van de oorlog loste dit probleem op. Hitler plunderde de veroverde landen.
theorie
Slide 16 - Tekstslide
De economische crisis in Nederland
Omdat de economische crisis wereldwijd was, had ook Nederland er veel last van.
Minister-President Colijn: Als er geen geld binnenkomt, moet je het niet uitgeven ook.
Bezuinigingspolitiek.
Ook in Nederland grote werkverschaffingsprojecten (Afsluitdijk, Amsterdamse Bos)
theorie
Slide 17 - Tekstslide
Crisis in Nederland
NL werd in de jaren ‘30 ook getroffen door de economische crisis = hoge werkloosheid
Werklozen moesten stempelen (voor een uitkering) of werden ingezet bij werkverschaffingsprojecten.
De regering (o.l.v. premier Colijn van de ARP) voerde een aanpassingspolitiek => bezuinigen. Salarissen en uitkeringen werden lager.
Slide 18 - Tekstslide
Stempelen voor steun
Slide 19 - Tekstslide
Vernedering
De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.
Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.
Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen: maar ook dát kan iedereen zien