Trainingskunde les 2 De sportprestatie

Uithoudingsvermogen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Uithoudingsvermogen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van vandaag
  • Herhalen/oefenen coördinatie en lenigheid
  • Inzoomen uithoudingsvermogen (UHV)  

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb de eerste twee paragrafen gelezen trainingskunde?
JA
NEE

Slide 3 - Poll

Wat heb je gedaan aan trainingskunde?

Slide 4 - Open vraag

Benoem de psychische/mentale factoren die invloed hebben op een sportprestatie.

Slide 5 - Open vraag

Welk plaatje geeft het evenwichtsorgaan weer?
A
B
C

Slide 6 - Quizvraag

Welke factoren hebben een negatieve invloed op coördinatie?
A
Vermoeidheid - Ouderdom - Hoogte/watervrees
B
Vermoeidheid - getraindheid - Hoogte/watervrees
C
Vermoeidheid-Ouderdom-Lenigheid

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekend hypermobiliteit?

Slide 8 - Open vraag

Welke blessures komen vaak voor onder hypermobiele sporters?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het verschil tussen dynamische en statische lenigheidsoefeningen?

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent het woord ‘spiertonus’?
A
Spierscheuring
B
Spierlenigheid
C
Spierspanning
D
Spierlengte

Slide 11 - Quizvraag

Uithoudingsvermogen

Slide 12 - Tekstslide

Welke soorten vermoeidheid ken jij?

Slide 13 - Woordweb

uithoudingsvermogen

Slide 14 - Tekstslide

Wat is uithoudingsvermogen?

Slide 15 - Tekstslide

Soorten vermoeidheid
  • Na weken van inspanning – Tour de France
  • Lokale pijn – bij fitness of simpele schouder oefening
  • Vermoeidheid bij een marathon/ triatlon
  • Baanwielrenner bij een 1000-meter
  • De wereldrecordhouder 100 meter sprint wint niet altijd de 200 meter. En zeker niet de 400 meter!

Slide 16 - Tekstslide

VO2-max
De maximale hoeveelheid zuurstof die je per minuut kan opnemen.

Slide 17 - Tekstslide

Basis uithoudingsvermogen
Het vermogen van de sporter om weerstand te kunnen bieden aan vermoeidheid bij belastingen met lage bewegingssnelheden (50-75% van de VO2-max).

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekend lactaat?
A
Zuurstofopname
B
inspanning
C
Trainingsvorm
D
Melkzuur

Slide 19 - Quizvraag

Energiesystemen
  • Anaeroob a lactisch - zonder zuurstof  zonder lactaat
  • Anaeroob  lactisch - zonder zuurstof + lactaat
  • Aeroob - met zuurstof zonder lactaat

Slide 20 - Tekstslide

Energiesystemen

Slide 21 - Tekstslide

Een andere naam voor fosfaatsysteem is:
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob

Slide 22 - Quizvraag

Energie systemen

Slide 23 - Tekstslide

De 100 meter sprint wordt gelopen in 9.'58 seconde. Deze inspanning is gelopen in het......
A
Anaeroob - lactisch systeem
B
Anaerobe - a-lactisch systeem
C
Aerobe systeem

Slide 24 - Quizvraag

1

Slide 25 - Video

01:12
In welk energiesysteem vind deze inspanning plaats?
A
Anaeroob- lactisch
B
Anaeroob - a-lactisch
C
Aeroob

Slide 26 - Quizvraag

Test 
Krachtuithoudingsvermogen

Benodigdheden: 
- 1 of 2 flesjes water. 

Probeer zo lang mogelijk het flesje water vast te houden met gestrekte arm ter hoogte van je schouder

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Leren:
Prestatie bepalende factoren
Coordinatie
Lenigheid 
Uithoudingsvermogen
Energiesystemen

Slide 28 - Tekstslide