Schrijf op je 2 post-its je naam
Schrijf op je 1e post-it welk doel je al hebt behaald (1-2-3)
1. Je weet wat het verschil is tussen schooltaalwoorden, 'gewone woorden' en 'Straattaal'.
2. Je kunt 5 verschillende schooltaalwoorden opnoemen.
3. Je kunt 3 verschillende schooltaalwoorden in een zin plaatsen.