les gedichten begrijpen en gedicht schrijven

Begrijpend lezen
van 'gedichten'
  • Je leert wat wat een  gedicht is
  • je gaat gedichten lezen
  • Je leert wat een gedicht kan betekenen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen
van 'gedichten'
  • Je leert wat wat een  gedicht is
  • je gaat gedichten lezen
  • Je leert wat een gedicht kan betekenen

Slide 1 - Tekstslide

gedichten = poëzie
gedichtenbundel = een boek met gedichten

  • gedachten van iemand
  • 'klinkt' heel mooi
  • kan kort of lang zijn
  • kan rijmen
  • kan over van alles gaan
  • is vaak symbolisch
  • kan leuk zijn, grappig, verdrietig, spannend, raar,........,.........
  • iemand die gedichten schrijft is een dichter

Slide 2 - Tekstslide

Lees het gedicht....Verliefd....
Noem drie woorden die iets zeggen over lichaamstaal.

Slide 3 - Open vraag

Lees het gedicht 'Niemand zoals jij'
In de laatste alinea staat
'jij geeft mij vleugels' ....Kan dat?
Wat wordt er bedoeld?

Slide 4 - Open vraag

Lees het gedicht 'Niemand zoals jij'....in de tweede alinea lees je het woord 'licht'. Welke woorden die over 'licht' gaan lees je daar nog meer?

Slide 5 - Open vraag

Lees het gedicht.....
Is liefde gezond?
Ja of nee, waarom?

Slide 6 - Open vraag

creatief schrijven   
  • Je schrijft een liefdesgedicht
  • Dat kan gaan over iemand waarvan je heel veel houdt, bijvoorbeeld je moeder, je zus, je broer, een vriend of vriendin........
  • Of het kan gaan over .....een speciale vriend/vriendin waar je verliefd op bent.                          * het mag rijmen, dat hoeft niet.
  • Gebruik gedichten die je als voorbeeld hebt gekregen en de dia's hierna.

Slide 7 - Tekstslide

voorbeeld van de dichtvorm
het elfje

Slide 8 - Tekstslide

voorbeeld van een dichtvorm
de limmerick
Een slager uit Assen
hoort grote passen.
Hij kijkt op en fluit.
Zijn hand schiet nu uit.
Hij kan niet meer plassen.

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeld van een boomgedicht
IK.

ik wil
ik wil je
ik wil je kussen
ik wil je kussen op
ik wil je kussen op je bed
ik wil je kussen op je bed leggen

Slide 10 - Tekstslide

voorbeeld van een dichtvorm
de limmerick
Een slager uit Assen
hoort grote passen.
Hij kijkt op en fluit.
Zijn hand schiet nu uit.
Hij kan niet meer plassen.

Slide 11 - Tekstslide

Begrijpend lezen

  • Ik leer de betekenis van de woorden: het uiterlijk, het innerlijk,  het gevoel, het gedrag
  • Ik leer deze woorden te onderscheiden

Slide 12 - Tekstslide

het uiterlijk
Dat wat je aan de buitenkant van iemand ziet.
voorbeeld: Ik vind dat hij een aantrekkelijk uiterlijk heeft, zijn ogen vind ik prachtig!


het innerlijk
Hoe iemand van binnen is / karakter.
voorbeeld: Zij heeft een vriendelijke karakter want ze helpt mensen altijd. 





Slide 13 - Tekstslide

het gedrag 
De handelingen van iemand / dat wat iemand doet, 
je kunt zien; hoe iemand zich gedraagt.


het gevoel
Dat wat iemand van binnen ervaart/voelt.
voorbeeld: Ik was zo boos dat ik de televisie kapot sloeg.  




Slide 14 - Tekstslide

Opdracht bij de leestekst:
onderscheid de betekenis van de woorden
  • Ik Iees de tekst mee met de docent
  • Ik lees zelf de tekst 
  • Ik arceer de woorden met een kleur:                                                                 uiterlijk: geel                                                                                                                innerlijk: paars                                                                                                               gedrag: rose                                                                                                                  gevoel: groen 
  • LET OP!: uiterlijk en gedrag vaak hetzelfde                                                                                       innerlijk en gevoel vaak hetzelfde 

Slide 15 - Tekstslide

sorteren 
  • Sorteer de woorden op het formulier in de juiste kolom. 
  • LET OP!: uiterlijk en gedrag vaak hetzelfde,                                                           innerlijk en gevoel vaak hetzelfde 


Slide 16 - Tekstslide