Interpreteren beeldbron

Interpreteren van beeldbronnen 
Hierna volgen een aantal ja/nee vragen over het interpreteren (een eigen uitleg geven) van beeldbronnen.
Doel hiervan is dat de docent inzicht krijgt in de stappen die jullie ondernemen bij het beantwoorden van beeldbronvragen. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Interpreteren van beeldbronnen 
Hierna volgen een aantal ja/nee vragen over het interpreteren (een eigen uitleg geven) van beeldbronnen.
Doel hiervan is dat de docent inzicht krijgt in de stappen die jullie ondernemen bij het beantwoorden van beeldbronvragen. 

Slide 1 - Tekstslide

Ik oriënteer mij door heel goed te lezen over welk begrip / gebeurtenis / persoon de opdracht gaat
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Bij het bekijken van de bron kijk ik goed naar de inleiding, de toelichting en het bijschrift
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Ik weet dat als ik 2 punten kan krijgen, ik ook 2 antwoorden moet geven
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Als de bron veel details bevat, maak ik het voor mijzelf overzichtelijk door de bron op te delen
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Ik let goed op symbolen en/of voorwerpen die wijzen op een mening van de auteur
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Ik leg altijd uit waarom ik een specifiek beeldelement in mijn antwoord gebruik
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Ik kijk altijd of de bron een primaire of secundaire bron is
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Ik kijk altijd specifiek naar waar de bron is gemaakt (indien aanwezig in bijschrift)
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Ik kijk altijd naar wanneer de bron is gemaakt
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Ik kijk altijd naar wie de bron heeft gemaakt (indien aanwezig in bijschrift)
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Ik kijk altijd naar de reden waarom de bron is gemaakt (veelal vermeldt in het bijschrift)
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Ik pas vaktaalbegrippen toe in mijn antwoorden (oorzaak-gevolg, continuïteit en verandering, mening, feit, standplaatsgebondenheid, representativiteit)
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Bij de beantwoording van een vraag kijk ik goed naar de volgorde waarin ik moet antwoorden (bijv. eerst de mening, dan twee beeldelementen waaraan ik dat zie)
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Na de beantwoording kijk ik altijd of ik antwoord heb gegeven op alle onderdelen van de vraag
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag