In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Communicatie
Observeren & rapporteren
Les 4. Observatieplan
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Terugblik
Inleveren
Weekoverzicht
Observatieplan
Slide 2 - Tekstslide
''Je doet het altijd''
Waar gaat deze uitspraak over?
A
Waarnemen
B
Observeren
Slide 3 - Quizvraag
''Je hebt een doel''
Waar gaat deze uitspraak over?
A
Waarnemen
B
Observeren
Slide 4 - Quizvraag
''Je doet het niet bewust''
Waar gaat deze uitspraak over?
A
Waarnemen
B
Observeren
Slide 5 - Quizvraag
Observeren
Observeren is doelgericht en bewust waarnemen.
Doelgericht Met een vooraf opgesteld doel.
Bewust Je bent je bewust van wat je waarneemt.
Slide 6 - Tekstslide
Inleveren
Voor dit vak lever je het volgende in:
Observatieplan,
Objectief verslag van observatie
Jouw bijdrage in het rapportagesysteem.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Observatieplan
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Observatieplan
Participerende observatie
De observator (jij) hebt een rol in de situatie. Bijvoorbeeld als je tijdens een dag op stage tijdens je werk cliënten observeert en tegelijkertijd meedoet met de activiteit.
Niet participerende observatie
Wanneer je als observator niet meedoet met de activiteit. Jullie gaan nu een niet participerende observatie uitvoeren.
Gestructureerde observatie
Bij gestructureerd observeren heeft de observator een vooraf vastgesteld doel voor ogen. Doelen kunnen hierbij zijn: wat het probleemgedrag precies inhoudt, bij wie het voorkomt, op welk tijdstip, hoe vaak het voorkomt en wat voorafgaat aan of volgt op het probleemgedrag.
Niet gestructureerde observatie
Ongestructureerd observeren zonder specifiek doel.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Huiswerk
De volgende les heb je je observatieplan af.
Advies: Gebruik de komende weken om ook te observeren.