taal blok 4

Herhaling
Taal in beeld - Groep 7 - Blok 4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling
Taal in beeld - Groep 7 - Blok 4

Slide 1 - Tekstslide

Taalbeschouwing

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noem je de twee puntjes boven een woord?
A
koppelteken
B
trema
C
apostrof
D
punt komma

Slide 3 - Quizvraag

Je gebruikt een trema als in een woord twee of drie klinkers naast elkaar staan. Waar/niet waar
A
niet waar
B
waar

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
oudminister
B
zeeuws-vlaanderen
C
Zeeuws-Vlaanderen
D
meeeten

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven?
A
naapen
B
oud-minister
C
ex-vriend
D
Zuid-Holland

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke drie situaties gebruik je een apostrof?

Slide 7 - Open vraag

Bij welke klinkers hebben we een apostrof s ('s)

Slide 8 - Open vraag

Spreken/luisteren/schrijven

Slide 9 - Tekstslide

Welke zin hoort bij een herinnering?
A
Jens is alweer zijn gymschoenen vergeten.
B
Danny weet het nog precies: ze liepen achter elkaar over de brug.
C
Ze staat op en doet het raam dicht.
D
Marieke gaat vandaag naar de supermarkt.

Slide 10 - Quizvraag

Een zakelijke/formele brief eindigt met een groet. Welke groet zou jij onderaan de brief zetten?

Slide 11 - Open vraag

Wat is een goede stelling voor een debat?
A
Op school hoef je nooit tekenles te krijgen.
B
Bij tekenles op school leer je niet veel, maar wel bij tekenles op een echter cursus.
C
Tekenles op school is zonde van de tijd, want je kunt beter andere dingen leren
D
Tekenles op school is zonde van de tijd

Slide 12 - Quizvraag