Spelling: trema, apostrof, meervoud en verkleinwoorden

Spelling 4HV
Herhalen trema en apostrof
Uitleg meervoud en verkleinwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Spelling 4HV
Herhalen trema en apostrof
Uitleg meervoud en verkleinwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik weet wanneer ik een trema gebruik (herhaling)
Ik weet wanneer ik een apostrof gebruik (herhaling)
Ik ken de regels van meervoudsvorming
Ik ken de regels van verkleinwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je
een trema?

Slide 3 - Woordweb

Je gebruikt het trema...
- om uitspraakproblemen binnen woorden te voorkomen:
zeeën i.p.v. zeeen, poëzie i.p.v. poezie  
- in samengestelde telwoorden
tweeëntwintig

Slide 4 - Tekstslide

Jeroen: "Waarom schrijven we zeeën, maar zee-egel. Bij het tweede woord is toch ook sprake van een uitspraakprobleem?" Wat zou jij antwoorden?

Slide 5 - Open vraag

Het juiste antwoord
We gebruiken alleen een trema wanneer er sprake is van een klinkerbotsing binnen één woord óf een samengesteld telwoord. 

Binnen andere samenstellingen, schrijven we een koppelteken om uitspraakproblemen te voorkomen: zee-egel, radio-uitzending, gala-avond.

Maar let op: politieauto! Hier is geen klinkerbotsing.

Slide 6 - Tekstslide

Welk woord is fout geschreven?
A
bacteriën
B
geölied
C
opticien
D
melodieën

Slide 7 - Quizvraag

Hé, wacht eens... waarom schrijven we bacteriën, maar melodieën (met dus een extra e)? Wat is de regel?

Slide 8 - Open vraag

Wanneer gebruik je
de apostrof?

Slide 9 - Woordweb

Je gebruikt de apostrof als...
- je letters weglaat: 's avonds (des avonds), 't regent (het regent)
- je de meervoudsvorm wil noteren van woorden die eindigen op één van de volgende klinkers: I, O, U, A, Y (ezelsbrug: Ik hOUd vAn Ys). opa's, kiwi's, baby's.
Maar let op: cowboys. Er staat hier een klinker voor de y, dus geen apostrof erbij.
-je verkleinwoorden maakt bij woorden die eindigen op een y: baby'tje, lolly'tje. Maar let op: cowboytje.
- je afleidingen van cijfer- en letterwoorden gebruikt: A4'tje, 18+'er, PSV'er
- om bezit aan te geven bij namen die eindigen op I, O, U, A, Y. Dit doe je met 's: Laura's boek, Amy's boek.
Let op: Annes boek hoor je een doffe e-klank (uh). Geen apostrof! Max' boek. Hier is sprake van een s-klank, dus 's is niet nodig.

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen met de apostrof.
Welk woord is fout geschreven?
A
etages
B
deejays
C
accuus
D
kiwi's

Slide 11 - Quizvraag

Oefenen met de apostrof. Welk woord is fout geschreven?
A
Maurices boek
B
Hannahs boek
C
Franks boek
D
Kiara's boek

Slide 12 - Quizvraag

Noteer je eigen naam op de puntjes en zorg dat je de bezitsrelatie duidelijk maakt. Denk aan de regels van de apostrof. "Dit is ... boek."

Slide 13 - Open vraag

VW4A: Zelfstandig aan de slag met H6. paragraaf 1.2
Maken
4.Meervoudsvorming en verkleinwoorden. blz.109
5. Afkortingen



Slide 14 - Tekstslide

Uitleg over meervoudsvorming
- Woorden kunnen een meervoud hebben op -en, -s of 's.
- Soms heeft een woord een klankverandering: glas-glazen. Of medeklinkerverandering: wolf -wolven.
- Sommige woorden kennen twee meervoudsvormen: gedachten/gedachtes. Of: musea/museums (maar nooit musea's)
- woorden die eindigen op -icus (politicus), krijgen een meervoud op -i: politici
- bij woorden die eindigen op -ie schrijf je een extra -e wanneer de klemtoon op die laatste lettergreep ligt: melodieën. 
- soms moet je een medeklinker verdubbelen: tak -takken. Een uitzondering hierop zijn woorden waarbij de klemtoon op de eerste lettergreep valt: monniken, haviken
- of een klinker verenkelen: raam - ramen
- Woorden die op -man eindigen (zeeman), krijgen in het meervoud -lui of -lieden erbij: zeelieden.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video