6.4 - Hoe komt de overheid aan geld?

Economie
Leerdoelen: 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie
Leerdoelen: 

Slide 1 - Tekstslide

Belasting
De overheid geeft veel geld uit aan onderwijs, sociale zekerheid en de aanleg van wegen. Maar denk ook aan uitgaven voor politie, brandweer, defensie en gezondheidszorg. Hiervoor heeft de overheid veel geld nodig.

Belastingen zijn de belangrijkste inkomstenbron van het Rijk. Belastingen zijn de verplichte bijdragen die burgers en bedrijven aan de overheid betalen. 

In 2016 had het Rijk voor € 253,5 miljard aan inkomsten. Daarvan was € 148,4 miljard afkomstig van belastingen.

Slide 2 - Tekstslide

1. Welke van de volgende beweringen zijn juist?

I Belastingen zijn de belangrijkste inkomstenbron van het Rijk.
II Burgers en bedrijven zijn niet verplicht belasting aan de overheid te betalen.
A
Geen van beide
B
Alleen I
C
Alleen II
D
Beide

Slide 3 - Quizvraag

2. In 2016 had het Rijk voor € 253,5 miljard aan inkomsten. Daarvan was € 148,4 miljard afkomstig van belastingen.

Bereken hoeveel procent van de inkomsten van het Rijk in 2016 uit belastingen bestond.

Slide 4 - Open vraag

3. Belasting betalen is niet leuk. Toch profiteer jij er als burger zelf ook van. Leg deze uitspraak uit. Gebruik eventueel een voorbeeld.

Slide 5 - Open vraag

Belangrijkste inkomsten van het Rijk
De belangrijkste inkomstenbron van het Rijk zijn de belastingen. Belastingen delen we op in twee groepen, namelijk:

  1. Indirecte belastingen
    Dit zijn kostprijsverhogende belastingen, zoals accijns en de BTW. Deze belastingen zitten verwerkt in de prijs je als consument betaalt aan de verkoper. De verkoper moet vervolgens deze belasting afdragen aan de overheid. We noemen dit indirecte belastingen omdat je ze via de verkoper aan de overheid betaalt en niet direct zelf.

  2. Directe belastingen
    Dit zijn belastingen die je wel rechtstreeks betaalt aan de overheid. Bijvoorbeeld de loonbelasting en de winst- en vermogenbelasting. De winstbelasting die BV's en NC's betalen, noemen we ook wel vennootschapsbelasting.

Andere inkomsten van het Rijk zijn sociale premies en de niet-belastingontvangsten zoals wat de overheid verdient aan het verkopen van aardgas (de aardgasbaten), winst uit staatsbedrijven en (verkeers)boetes. Staatsbedrijven zijn bijvoorbeeld de Nederlandse Spoorwegen en de Staatsloterij.

Slide 6 - Tekstslide

4. Noem twee voorbeelden van indirecte belastingen.

Slide 7 - Open vraag

5. Wat is een ander woord voor indirecte belastingen?

Slide 8 - Open vraag

6. Wie zorgt ervoor dat de loonbelasting wordt betaald aan de overheid? Kies de letter van het juiste antwoord.
A
Jijzelf
B
De winkelier
C
De werkgever

Slide 9 - Quizvraag

7. Bekijk de afbeelding rechtsboven.

Welk bedrag aan belastingen zit in de benzineprijs?

Slide 10 - Open vraag

8. Bekijk de afbeelding rechtsboven.

De belastingen die zichtbaar zijn in de afbeeldingen, noemen we:
A
directe belastingen
B
indirecte belastingen

Slide 11 - Quizvraag

9. Bekijk de afbeelding rechtsboven.

Bereken hoeveel procent van de totale prijs van een liter benzine uit belastingen
bestaat.

Slide 12 - Open vraag

10. Bekijk de afbeelding rechtsboven.

Je tankt met je scooter 6 liter benzine. Bereken hoeveel euro je in totaal aan de
overheid betaalt voor deze tankbeurt.

Slide 13 - Open vraag

8. Bekijk de afbeelding rechtsboven.

De belastingen die zichtbaar zijn in de afbeeldingen, noemen we:
A
directe belastingen
B
indirecte belastingen

Slide 14 - Quizvraag

9. Welk van de onderstaande inkomsten is een voorbeeld van een niet-belastingontvangst?
A
Accijns
B
BTW
C
Loonbelasting
D
Verkeersboetes

Slide 15 - Quizvraag

10. Bekijk de miljoenennota aan de rechterzijde.

Hoeveel ontving de overheid in 2016 met de verkoop van aardgas?

Slide 16 - Open vraag

Inkomsten van de gemeenten
Om de uitgaven te kunnen betalen, heeft een gemeente inkomsten nodig. Een groot deel van haar inkomsten krijgt de gemeente van het Rijk. Andere inkomsten zijn de gemeentelijke belastingen. Daarvoor is de onroerendezaakbelasting (ozb) de belangrijkste. Dit is een belasting die huiseigenaren betalen over de waarde van hun koophuis.

Gemeenten ontvangen ook geld dat de burgers voor de afvalstofheffingen, rioolrechten en leges betalen. Leges betaal je voor het aanvragen van een paspoort, rijbewijs etc.

Als een gemeente geld tekortkomt, dan zijn er drie mogelijke oplossingen:
  1. inkomsten laten toenemen door belastingen te verhogen.
  2. bezuinigen op de uitgaven.
  3. geld lenen.

Slide 17 - Tekstslide

11. Bekijk de afbeelding rechtsboven.

Bereken welk bedrag de gemeente van het Rijk ontvangt?

Slide 18 - Open vraag

12. Bekijk de afbeelding rechtsboven.

Hoeveel betalen de bewoners van Hollands Kroon aan afvalstoffenheffing?

Slide 19 - Open vraag

13. Welke drie mogelijkheden heeft de gemeente als ze geld tekortkomt?

Slide 20 - Open vraag

14. Bekijk de afbeelding rechtsboven.

Er zijn in Hollands Kroon 22.400 adressen aangesloten op de riolering.
Bereken het bedrag dat per adres wordt betaald aan rioolheffing.

Slide 21 - Open vraag

15. Wat kost het aanvragen van een bromfietsrijbewijs in de gemeente Helmond? Gebruik internet om het juiste antwoord te vinden.

Slide 22 - Open vraag

16. Bekijk de afbeeldingen rechtsboven.

Bereken het overschot dat de gemeente Hollands Kroon
op haar begroting heeft.

Slide 23 - Open vraag

17. Wat kan de gemeente doen met het geld dat ze overhoudt? Bedenk twee mogelijkheden.

Slide 24 - Open vraag

Oefenen
Maak opdracht 29 t/m 36 van bladzijde 181.

Klaar en wil je de opdracht nakijken? Klik op het oogje.

Slide 25 - Tekstslide