klieren 4.7

klieren 4.7
Lesdoel
Bouw ligging en werking klieren
invloed van hormonen op klieren
samenstelling van talg
herhalen soorten klieren
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 77 min

Onderdelen in deze les

klieren 4.7
Lesdoel
Bouw ligging en werking klieren
invloed van hormonen op klieren
samenstelling van talg
herhalen soorten klieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van klieren?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor weefsel is klierweefsel?
A
stofafscheidend epitheelweefsel
B
bedekkend epitheelweefsel
C
bindweefsel
D
spierweefsel

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk plaatje hoort bij welk weefsel?
EPITHEEL
BINDWEEFSEL
SPIERWEEFSEL
ZENUWWEEFSEL

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ken je de woorden nog?


endocrien = zonder afvoerbuis
exocrien = met afvoerbuis
exo-endocrien=met buis en zonder buis dus gemende klier

excretie = uitscheiding (van afvalstoffen)
secretie = afscheiding (van nuttige stoffen)




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En deze?
holocrien = de klier stoot de hele kliercel af/uit. ("dik")

apocrien = de klier stoot een gedeelte van de kliercel af/uit ("dunner")

eccrien = de klier blijft volledig intact ("vloeibaar")


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Talg- en zweetklieren zijn adnexen die je niet aan de buitenkant kunt zien? Welke 2 adnexen kun je wel zien?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm hebben talgklieren?
(meerdere antwoorden)
A
alveolair
B
buisvormig
C
trosvormig
D
tubulair

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke worden passen nog meer bij talgklieren?
(meerdere antwoorden)
A
endocrien
B
exocrien
C
secretie
D
excretie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haar 
Net zoals talg- en zweetklieren en nagels is het haar een aanhangsel (adnexum) van de huid. Een haar lijkt misschien een simpel sprietje, maar zit ingewikkeld in elkaar.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de haar
Verhoornde aanhangsels -> adnexen

Haarschacht -> boven de huid (zichtbaar)
Haarwortel -> in de huid en in haarzakje


Slide 20 - Tekstslide

Haren zijn verhoornde aanhangsels van de huid die voor een groot deel in de lederhuid tot op het onderhuids bindweefsel liggen. Toch behoren haren tot de opperhuid. Een haar bestaat in de lengterichting uit een haarschacht en haarwortel. De haarschacht ligt boven de huid. Dit is dus het zichtbare deel van het haar. Haarschacht bestaat uit verhoornde haarcellen en is dus eigenlijk het dode deel van de haar. De haarwortel ligt in de huid en in een haarzakje (haarfollikel).

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorsnede van een haar
Haaropperhuidvlies -> buitenste laag v/d haar
Haarmerg -> binnenste v/d haar
Haarschors -> middelste laag v/d haar

Slide 22 - Tekstslide

Haaropperhuidvlies: de buitenste laag van het haar noemen we het haaropperhuidvlies. In deze laag zijn de cellen plat en kernloos. Deze laag is belangrijk voor de bescherming van het haar. De cellen vormen schubjes, net als bij een vissenhuid. Bij een gezonde haar zijn de schubjes gesloten en kunnen er geen stoffen in de haar dringen. Bij gesloten schubben heeft het haar een natuurlijke glans. Bij een slechte conditie van het haar sluiten de schubjes niet goed aan. Het haar is poreus en ziet er dof uit.
Haarmerg is de binnenste laag het haar. De cellen van de haarmerg zijn rond en hebben een celkern.
Haarschors is de middelste laag. In de cellen van de haarschors zit veel keratine (hoornstof). Alleen in deze laag zit melanine (pigment) dat de haarkleur bepaald.

Haarfollikel - Haarzakje 
Met daarin:
  • Haarmatrix (kiemlaag); waarin de nieuwe haarcellen ontstaan
  • Haarpapil; Voorziet de nieuwe haarcellen  van voedingsstoffen en pigment (haarkleur)

Slide 23 - Tekstslide

Net als de kleur van je huid, wordt je haarkleur bepaald door melanine (pigment). De haarschors bevat twee soorten pigment: eumelanine (donker pigment) en feomelanine (licht pigment). De verhouding tussen licht en donker pigment bepaalt je haarkleur.



Lanugohaar 
  • Komt voor bij embryo’s en foetussen
  • Lang, dun en zijdezacht
  • Enkele centimeters lang
  • Geen pigment
  • Mergloos
  • Over het gehele lichaam

Slide 24 - Tekstslide


De eerste haarfollikels ontwikkelen zich bij de wenkbrauwen, op de bovenlip en de kin. 
Vanaf 6 weken na de bevruchting tot 7/8 maanden zwangerschap
Daarna valt het uit en vervangen door vellus- en terminaalhaar.

Vellushaar 
  • Zacht en mergloos
  • Zelden langer dan 1 cm
  • Meestal ongepigmenteerd
  • Kinderen -> lichaam
  • Vrouwen -> gelaat

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intermediair haar 

  • Haren worden langzaam dikker en grover en meer gepigmenteerd
  • Overgangsfase vellus- naar terminaalhaar

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terminaal haar 

  • Grof
  • Gepigmenteerd
  • Verschillende lengtes
  • Alle leeftijden
  • 6 soorten

Slide 28 - Tekstslide

Wimpers en wenkbrauwen
Hoofdhaar
Snor- en baardharen
Okselhaar,
Schaamhaar,
Lichaamshaar

Haar groeifasen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Anagene fase
  • Groeifase
  • Duurt het langst (2 tot 25 jaar)
  • Groeisnelheid is 0,3 mm per dag
  • Pigmentvorming
  • +/- 80 %  van de haren

Slide 31 - Tekstslide

De haarvaatjes in de haarpapil geven voedingsstoffen af aan de haarmatrix -> haarmatrix vormt nieuwe haarcellen -> nieuwe haren naar oppervlakte geduwd -> het haar groeit.
Mergcellen veranderen in schorscellen.
Schorscellen veranderen in opperhuidvlies.
Pigmentvorming

Katagene fase
  • Overgangsfase
  • Duurt enkele weken
  • Pigmentvorming neemt af
  • Haarwortel wordt kleurloos
  • Haar zit nog vast

Slide 32 - Tekstslide

Haarfollikel sluit -> geen contact mogelijk tussen haarwortel en haarui -> haarpapil kan geen voedingsstoffen meer afgeven aan de haarmatrix -> celdeling stopt -> haarfollikel krimpt en wordt korter -> haar wordt omhoog geduwd, maar zit nog in de huid.
Pigmentvorming neemt af en haarwortel wordt geleidelijk kleurloos

Telogene fase
  • Rustfase
  • Duurt enkele maanden
  • De haar ligt los in de follikel
  • Er wordt een nieuwe haarmatrix gevormd (voor het nieuwe haar)
  • Het oude haar valt uit

Slide 33 - Tekstslide

Er vormt een nieuwe haar onder de oude -> oude haar komt los te zitten doordat de cellen van de inwendige wortelschede hun structuur verliezen.
Ondertussen groeien de onderste haarcellen verder in de diepte en omsluiten de haarpapil -> ontstaat een nieuwe haarmatrix -> nieuwe haar groeit en duwt de oude haar uit de haarfollikel.

1
Haarschacht
2
3
6
4
5
7
Talgklier
Haarspier
Haarmerg
Haarpapil
Haarui
Bloedvat 

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies