KD Spaans 8b

Unidad 2 El lugar donde vivo
In dit hoofdstuk lees je hoe Nuria en Paco vertellen over hun woonplaats. 
Aan het eind van het hoofdstuk kun jij ook over jouw eigen woonplaats vertellen. 
Grammatica: zelfstandige + bijvoeglijke naamwoorden
Grammatica: ser - hay - estar
Grammatica: regelmatige werkwoorden vervoegen (3 groepen)
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Unidad 2 El lugar donde vivo
In dit hoofdstuk lees je hoe Nuria en Paco vertellen over hun woonplaats. 
Aan het eind van het hoofdstuk kun jij ook over jouw eigen woonplaats vertellen. 
Grammatica: zelfstandige + bijvoeglijke naamwoorden
Grammatica: ser - hay - estar
Grammatica: regelmatige werkwoorden vervoegen (3 groepen)

Slide 1 - Tekstslide

Unidad 2 El lugar donde vivo
EJEMPLO: 
  • Vivo en Groningen. 
  • Groningen es una ciudad grande y interesante.
  • En el centro de la ciudad hay dos plazas grandes. 
  • Groningen tiene un museo famoso y una torre famosa. 
  • La Torre San Martín está en Grote Markt. 
  • Es una torre de 97 (noventa y siete) metros.

Slide 2 - Tekstslide

zelfstandige naamwoorden
barrio - pueblo - ciudad - capital -  provincia - país

casa - calle - avenida - plaza - parque - playa 

edificios: biblioteca - estación - farmacia - escuela - hospital - iglesia - museo - hotel - restaurante - tienda - univesidad 

Slide 3 - Tekstslide

bijvoeglijke naamwoorden
bonito - feo 
moderno - antiguo 
barato - caro 
ancho - estrecho
mucho - poco 
pequeño grande
eindigen op:  -o, -os, -a, -as

Slide 4 - Tekstslide

bijvoeglijke naamwoorden
inteligente   -   inteligentes 
impresionante   -   impresionantes
verde   -   verdes
fácil   -  fáciles
difícil   -   difíciles
actual   -   actuales
azul   -   azules 

Slide 5 - Tekstslide

een dorp
A
un barrio
B
un pueblo
C
una ciudad
D
una provincia

Slide 6 - Quizvraag

een straat
A
una plaza
B
una calle
C
una iglesia
D
un barrio

Slide 7 - Quizvraag

een beroemde museum
A
un museo famoso
B
un museo famosa

Slide 8 - Quizvraag

een mooi plein
A
una plaza bonito
B
una plaza bonita

Slide 9 - Quizvraag

de moderne gebouwen
A
los edificios modernos
B
los edificios modernas

Slide 10 - Quizvraag

de oude kerken
A
las iglesias antiguos
B
las iglesias antiguas

Slide 11 - Quizvraag

de interessante boeken
A
los libros interesante
B
los libros interesantes

Slide 12 - Quizvraag

de grote steden
A
las ciudades grande
B
las ciudades grandes

Slide 13 - Quizvraag

de gemakkelijke ofeningen
A
los ejercicios fácil
B
los ejercicios fáciles

Slide 14 - Quizvraag

de moeilijke taken
A
las tareas difícil
B
las tareas difíciles

Slide 15 - Quizvraag

oud
A
pequeño
B
grande
C
moderno
D
antiguo

Slide 16 - Quizvraag

lelijk
A
bonito
B
feo
C
tranquilo
D
estrecho

Slide 17 - Quizvraag

breed
A
ancho
B
estrecho
C
caro
D
interesante

Slide 18 - Quizvraag

goedkoop
A
ancho
B
estrecho
C
caro
D
barato

Slide 19 - Quizvraag

blauw
A
blanco
B
negro
C
rojo
D
azul

Slide 20 - Quizvraag

groen
A
blanco
B
negro
C
rojo
D
verde

Slide 21 - Quizvraag

het Witte Huis
A
la Casa Blanca
B
la Casa Negra

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

yo
A
hablo
B
hablas
C
habla
D
hablamos

Slide 24 - Quizvraag

nosotros
A
habla
B
hablamos
C
habláis
D
hablan

Slide 25 - Quizvraag

yo
A
como
B
comes
C
come
D
comemos

Slide 26 - Quizvraag

nosotros
A
come
B
comemos
C
coméis
D
comen

Slide 27 - Quizvraag

yo
A
vivo
B
vives
C
vive
D
vivimos

Slide 28 - Quizvraag

nosotros
A
vive
B
vivimos
C
vivís
D
viven

Slide 29 - Quizvraag