6.1 Gezonde voeding 4H 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
6.1 Gezonde voeding
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
6.1 Gezonde voeding

Slide 1 - Tekstslide

Doel 6.1
Je leert welke stoffen in je voedsel zitten
Je leert wat de functies van de voedingsstoffen zijn
Je leert dat gezonde voeding is afgestemd op je leefpatroon

Slide 2 - Tekstslide

Functies van voedingsstoffen
Brandstof (energie)
Bouwstof (cellen, tussencelstof, bloedplasma)
Beschermende stof (niet nodig voor energie of bouwstof maar wel nodig om gezond te blijven)

Slide 3 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Schrijf bij elke taartpunt wat de voornaamste voedingsstof is

Koolhydraten
Eiwitten
Vetten
Vitamines
Vezels
Water

Slide 4 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Schrijf bij elke voedingsstof welke BINAS tabel de meeste gegevens hierover bevat.


Slide 5 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Schrijf bij elke voedingsstof het voornamelijk een brandstof is, een bouwstof of een beschermende stof.

Slide 6 - Tekstslide

Oppervlakte en volume
Kinderen hebben 
een groter
oppervlak ten op-
zichte van hun 
volume dan 
volwassenen

Slide 7 - Tekstslide

Oppervlakte en volume

Slide 8 - Tekstslide

Oppervlakte en volume
Omdat bij kinderen het oppervlak relatief groot is koelen 
ze snel af.
Kinderen hebben daarom meer brandstof nodig.
Moedermelk bevat veel brandstoffen (lactose, vet).

Slide 9 - Tekstslide

Darmflora
Nuttige bacteriën in onze darmen houden ons gezond.
We krijgen ze o.a. van onze moeder (tijdens de geboorte en via moedermelk).
Sommige bacteriën helpen met de vertering en anderen maken vitamines aan.
Ook zorgen ze ervoor dat schadelijke bacteriën niet goed kunnen groeien in onze darmen.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 4 (methode)
Het gewicht van de meeste baby’s neemt vlak na de geboorte af. Welke van de volgende verklaringen kan of kunnen juist zijn?

I De darmen van een pasgeboren baby nemen niet alle voedingsstoffen op.
II Er zijn nog onvoldoende bacteriën om de voedingsstoffen te verteren.
III Pasgeboren kinderen koelen snel af en gebruiken hun vetreserves om zich te warmen.
IV Er is nog onvoldoende moedermelk.



Slide 11 - Tekstslide

Gezonde voeding
Wat kan er mis gaan?

Welvaartsziekten: ziekten als gevolg van te veel, te vet, te zoet, te zout eten.

Vetzucht, hart- en vaatziekten, nierziekten

Slide 12 - Tekstslide

Welvaartsziekten





Aderverkalking: Door te veel te vet met ongezonde cholesterol

Slide 13 - Tekstslide

Welvaartsziekten





Obesitas: Ernstig overgezicht met gevolgen voor de gezondheid

Slide 14 - Tekstslide

Gezonde voeding
Wat kan er mis gaan?

Gebreksziekten: ziekten die het gevolg zijn van het tekort aan een bepaalde voedingsstof.

Slide 15 - Tekstslide

Gebreksziekten
Bloedarmoede: IJzer(zouten) tekort
Hemoglobine (Hb) bevat ijzer

Verklaar waarom mensen met bloedarmoede snel moe zijn.
Verklaar waarom meisjes vaker dan jongens bloedarmoede hebben.

Slide 16 - Tekstslide

Gebreksziekten
Vitamine B12 tekort kan problemen met je zenuwstelsel veroorzaken.

 

Slide 17 - Tekstslide

Vitamines (BINAS 82A)
1. Van welke vitamine heb je elke dag het meeste nodig?
2. Welke vitamine kunnen we zelf maken door in de zon te lopen?
3. Wat gebeurt er als je te veel vitamine C binnen krijgt?
4. Wat gebeurt er als je te weinig vitamine A1 binnenkrijgt?

 

Slide 18 - Tekstslide

vraag 11 
Casus melk

Licht toe dat het jong van 
een rendier behoefte heeft 
aan vette melk.

Slide 19 - Tekstslide

vraag 11 
Casus melk

Het caseïnegehalte in de 
melk van rendieren is hoog. 
Wat is het voordeel voor 
het jonge rendierkalf?

Slide 20 - Tekstslide

vraag 11 
Casus melk

Licht toe of het voor een 
baby met een slechte 
weerstand tegen 
ziekteverwekkers, is aan te 
bevelen rendiermelk te 
drinken.

Slide 21 - Tekstslide

vraag 11 
Casus melk

Welke melksoort lijkt het 
meest op de melk van een 
mens?

Slide 22 - Tekstslide

vraag 11 
Casus melk


Welke melk raad jij 
kinderen aan die slecht 
vet verteren?

Slide 23 - Tekstslide

Doel 6.1
Je hebt geleerd welke stoffen in je voedsel zitten
Je hebt geleerd wat de functies van de voedingsstoffen zijn
Je hebt geleerd dat gezonde voeding is afgestemd op je leefpatroon

Slide 24 - Tekstslide

BINAS 6.1
BINAS 82A Vitaminen

Slide 25 - Tekstslide

Begrippen 6.1
bouwstoffen, brandstoffen, oppervlakte, volume, beschermende stoffen, bacteriën, darmflora, welvaartsziekte, gebreksziekte

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Vragen paragraaf 6.1


Slide 27 - Tekstslide