Hoofd Hals Anatomie deel 1

Hoofd Hals Anatomie
H 1, 3, 9, 11, 12
(RP 4 sprint 1 en 2)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSTA TandartsassistenteMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofd Hals Anatomie
H 1, 3, 9, 11, 12
(RP 4 sprint 1 en 2)

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
herhalen van de hoofdstukken die aanbod zijn gekomen in sprint 1 en 2

Slide 2 - Tekstslide

schedel en
zeneuwstelsel

Slide 3 - Woordweb

Hoe heet het botstuk dat geel gekleurd is?
A
os temporale
B
os pariëntale
C
arcus zygomaticum
D
os sphenoidale

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen wij het botstuk wat rood gekleurd is?
A
os nasale
B
maxilla
C
mandibula
D
os nasale

Slide 5 - Quizvraag

De schedel wordt ingedeeld in 2 functionele delen, hoe noemen wij deze 2 delen?
A
hersenschedel en aangezichtsschedel
B
voorhoofdschedel en achterhoofdschedel
C
maxilla en mandibula
D
geen van deze antwoorden zijn goed.

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de 2 hoofddelen van het zenuwstelsel?
A
voorhoofdzenuw
B
centraal station zenuwstelsel
C
centrale en perifere zenuwstelsel
D
geen van deze antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel hersenzenuwen hebben wij?

A
8
B
10
C
12
D
14

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de officiële naam voor een beroerte?
A
VCA
B
VAC
C
AVC
D
CVA

Slide 9 - Quizvraag

Speekselklieren

Slide 10 - Woordweb

Wat is de naam voor het enzym dat in speeksel zit
A
Amalyse
B
Amylase
C
Streptococcus
D
Mutans

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen speekselklier
A
Glandula parotis
B
Glandula submandibularis
C
Glandula submaxillaris
D
Glandula sublingualis

Slide 12 - Quizvraag

Waar zit de afvoergang van de glandula submandibularis?
A
ter plaatse van de 1e molaar in de bovenkaak
B
Achter het oor
C
ter plaatse van de 1 molaar in de onderkaak
D
Achter de onder incisieven

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de samenstelling van sereus speeksel?
A
Waterig en dun
B
dikker dan muceus
C
stroperig
D
vlokkerig

Slide 14 - Quizvraag

infectie en afweer

Slide 15 - Woordweb

Door welke micro organisme worden infectieziekten veroorzaakt? ( meerdere antwoorden zijn juist)
A
bacterieën
B
schimmels
C
virussen
D
parasieten

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn leukocytose ?
A
tijdelijk toenemen van het aantal rode bloedcellen
B
tijdelijke toename van het aantal witte bloedcellen
C
ziekte verwekker
D
het opnemen en vernietigen van micro organismen

Slide 17 - Quizvraag

wat wordt er niet bedoeld met resistent zijn?
A
ongevoeligheid voor antibiotica
B
gevoeligheid voor antibiotica
C
beide antwoorden zijn juist
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een kaposi sarcoom ?
A
andere naam voor AIDS
B
paarsachtig kankergezwel ( meestal op de huid)
C
leverontsteking veroorzaakt door het virus
D
Drager van het HIV virus

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

wat vond je van
deze lesvorm?

Slide 21 - Woordweb