2.8 & 2.9

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 2.8 & 2.9
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde ...

Huiswerk controle:

Werkbladen grammatica

2. Lesdoelen 

Aan het eind van deze les:

- weet je hoe je klankveranderende werkwoorden in de verleden tijd spelt

- weet je hoe je de regel van 't kofschip gebruikt

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Jessica, Niek, Jaysen & Krystian

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

n.v.t.

Verdiept arrangement:

Verdiept: Gijs, Jochem & Jamie

Huiswerk noteren + maken:

les: 2.8 & 2.9

blz: 79 t/m 81

opdr: 1 t/m 5

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

De regel van het kofschip is voor

1. spelling van werkwoorden in VT
2. spelling van werkwoorden in TT
3. spelling van zelfstandige naamwoorden
4. spelling van alle woorden

Geef van de werkwoorden de stam en de ik-vorm in de verleden tijd.

klagen: stam: ………. ik …………
beloven: stam: ………. ik …………

Geef van de werkwoorden de stam en de ik-vorm in de verleden tijd.

blazen: stam: ………. ik …………
bakken: stam: ………. ik …………

Een voltooid deelwoord:

1. is sowieso verleden tijd
2. dan is de pv altijd een vorm van 'zijn, worden of hebben'
3. antwoord A, B en D
4. kan eindigen op een 't', een 'd' en 'en'

Een voltooid deelwoord ...

1. staat altijd aan het begin van een zin
2. staat vaak in het midden van een zin
3. staat meestal aan het eind van een zin

Wat is geen voltooid deelwoord?

1. Gelopen
2. Verzorgd
3. Gewerkt
4. Worden

Wie maakt wat:

4 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 2.8 & 2.9 opdracht 1 t/m 5, blz. 79 t/m 81

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Bijvoorbeeld:

worden -en = word

leiden -en = leid

houden -en = houd

Reizen -en = reiz 

      De stam van een werkwoord

De stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen. Wat je overhoudt, is de stam.

Werkwoorden verleden tijd 

--> schrijf ik een -te of -de? 

Als je wil weten of je een werkwoord met -te(n) of -de(n) schrijft in de verleden tijd, kun je dat vaak horen als je het werkwoord langer maakt. 

Bijvoorbeeld: 

fiets - fietsen

ren - rende

reis - reisde

MAAR niet altijd kun je dat goed horen. 

Welk trucje kan je gebruiken om erachter te komen of je -te(n) of -de(n) schrijft? 

• 't x-kofschip

't x-kofschip

‘T X-KOFSCHIP

Laatste letter van de stam:

• Wel in ‘t x-kofschip: ik-vorm + te(n)
• Niet in ‘t x-kofschip: ik-vorm + de(n)

'T X-KOFSCHIP gebruik je bij klankvaste werkwoorden in de verleden tijd. 

't Kofschip

Bij enkelvoud: + te / + de

Bij meervoud: + ten / + den

Werkwoorden verleden tijd: stappenplan

verleden tijd

enkelvoud?

meervoud?

klankvast?

klankveranderend?

Gebruik de gewone spellingregels. 

achter de ik-vorm schrijf je -te of -de

klankvast?

klankveranderend?

Gebruik de gewone spellingsregels.

achter de ik-vorm schrijf je -ten of -den

Noteer het werkwoord op de juiste manier in de verleden tijd.

Wij ... (rennen) door de regen.

Denk aan 

't x-kofschip!

Noteer het werkwoord op de juiste manier in de verleden tijd.

Suze ... (juichen) toen PSV won van Ajax.

Denk aan 

't x-kofschip!

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Jessica, Niek, Jaysen & Krystian: jullie gaan zelfstandig les 2.8 & 2.9 opdracht 1 t/m 5 maken op blz. 79 t/m 81

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 3. Zie volgende slide.

6. Zelfstandig werken

Lees goed de gele stukjes theorie.

Je maakt opdracht 1 t/m 5 op blz. 79 t/m 81

Ben je klaar? 

1. Nakijken en verbeteren

2. Lezen in een leesboek. 

 

7. Evaluatie

Hoe ging de les? 

Heb je nog ergens vragen over?

Evaluatie leerdoelen: 

- weet je hoe je klankveranderende werkwoorden in de verleden tijd spelt?

- weet je hoe je de regel van 't kofschip gebruikt?

8. Huiswerk & Toetsen

Huiswerk:

Dinsdag 14 november

2.8 & 2.9 opdracht 1 t/m 5

 

Toetsen: