Alinea's en kernzinnen

Lesplanning
- Uitleg alinea's en kernzinnen (paragraaf 5, blz. 32) 
- Klassikaal opdracht 1 
- Daarna 2 t/m 5 zelfstandig 


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
- Uitleg alinea's en kernzinnen (paragraaf 5, blz. 32) 
- Klassikaal opdracht 1 
- Daarna 2 t/m 5 zelfstandig 


Slide 1 - Tekstslide

Herhaling Onderwerp

Onderwerp van een tekst:

- een tekst gaat ergens over, dit is het onderwerp van een tekst

- het onderwerp is in één of een paar woorden te noemen



Slide 2 - Tekstslide

Herhaling Hoofdgedachte

1. bepaal het onderwerp van de tekst (waar gaat de tekst over?)

2. lees de tekst precies

3. geef in één zin antwoord op de vraag;

Vat in één zin samen wat het belangrijkste is wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Slide 3 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte?
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte?
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.

Slide 6 - Quizvraag

Alinea's
Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die over hetzelfde (deel)onderwerp gaan. 
In een tekst over topsport kunnen de alinea’s bijvoorbeeld gaan over hoeveel uren topsporters trainen, hoe ze omgaan met winnen en verliezen en wat topsporters wel en niet mogen eten.

Slide 7 - Tekstslide

Alinea's
Zo herken je alinea’s:
* Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
* Zinnen die samen één alinea vormen, staan achter elkaar zonder dat ze op een nieuwe regel beginnen.
* Soms begint de eerste regel van een alinea een stukje naar rechts (inspringen).
*Soms wordt er tussen twee alinea’s een regel overgeslagen (witregel).


Slide 8 - Tekstslide

Teksten met meer alinea's


- elke alinea heeft een eigen 

   hoofdgedachte, want de schrijver 

   wil in elke alinea iets vertellen

- de rest van de zinnen zijn 

   bijzaak

Slide 9 - Tekstslide

KERNZINNEN
- in een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdgedachte

- andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen

Slide 10 - Tekstslide

KERNZINNEN
- een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea

- soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord

Slide 11 - Tekstslide

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 12 - Quizvraag

Hoofdzaken van een tekst vind je
A
in de inleiding en de kernzin
B
alleen in kernzin
C
in de inleiding, het slot de titel en de kernzin
D
alleen in de titel

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn hoofdzaken?
A
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's

Slide 14 - Quizvraag

Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste zin van alinea 2?
A
Het slotevenement van Dance4Life was afgelopen zaterdag in Ahoy, Rotterdam.
B
Als beloning voor hun inzet mochten tienduizend leerlingen naar dit evenement komen.
C
Hier dansten zij met jongeren uit 26 landen tegelijk tegen aids en hiv.
D
De jongeren werden per satelliet met elkaar verbonden.

Slide 16 - Quizvraag

GELEERD?

ALINEA'S EN KERNZINNEN

Opdracht 1 klassikaal > blz. 32


Opdracht 2t/5 zelfstandig > blz. 33, 34, 35




Slide 17 - Tekstslide