In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom klas C1th2
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Uitleg alinea's en kernzinnen (paragraaf 5, blz. 32)
Klassikaal opdracht 1
Daarna 2 t/m 5 zelfstandig
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling Onderwerp
Onderwerp van een tekst:
een tekst gaat ergens over, dit is het onderwerp van een tekst;
het onderwerp is in één of een paar woorden te noemen;
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling Hoofdgedachte
bepaal het onderwerp van de tekst (waar gaat de tekst over?)
lees de tekst precies
geef in één zin antwoord op de vraag;
Vat in één zin samen wat het belangrijkste is wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
Slide 4 - Tekstslide
Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 5 - Tekstslide
HOOFDZAKEN
meestal aan het begin of het einde
feiten, jaartallen of eigenschappen
Samenvatting:
alleen hoofdzaken opschrijven
BIJZAKEN
extra uitleg en voorbeelden
maken de tekst leuker,
duidelijker en beter te begrijpen
Slide 6 - Tekstslide
Doe mee
Pak je chromebook!
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de hoofdgedachte? De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag. Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte? Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
Slide 9 - Quizvraag
Sluit je chromebook
Pak je aantekeningenschrift
Slide 10 - Tekstslide
Alinea's
Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die over hetzelfde (deel)onderwerp gaan.
In een tekst over topsport kunnen de alinea’s bijvoorbeeld gaan over hoeveel uren topsporters trainen, hoe ze omgaan met winnen en verliezen en wat topsporters wel en niet mogen eten.
Slide 11 - Tekstslide
Alinea's
Zo herken je alinea’s:
Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
Zinnen die samen één alinea vormen, staan achter elkaar zonder dat ze op een nieuwe regel beginnen.
Soms begint de eerste regel van een alinea een stukje naar rechts (inspringen).
Soms wordt er tussen twee alinea’s een regel overgeslagen (witregel).
Slide 12 - Tekstslide
Teksten met meer alinea's
elke alinea heeft een eigen
hoofdgedachte, want de schrijver
wil in elke alinea iets vertellen
de rest van de zinnen zijn
bijzaak
Slide 13 - Tekstslide
KERNZINNEN
in een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea;
andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen.
Slide 14 - Tekstslide
KERNZINNEN
een kernzin is vaak de eerste of de laatste zin van de alinea;
soms is er geen duidelijke kernzin. Die moet dan zelf gemaakt worden door een zin te maken met het kernwoord.
Slide 15 - Tekstslide
Doe mee
Pak je chromebook!
Slide 16 - Tekstslide
Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 17 - Quizvraag
Hoofdzaken van een tekst vind je
A
in de inleiding en de kernzin
B
alleen in kernzin
C
in de inleiding, het slot de titel en de kernzin
D
alleen in de titel
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn hoofdzaken?
A
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 19 - Quizvraag
Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Lees de tekst
Slide 21 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
supermodel Doutzen Kroes
B
optredens van bekende artiesten
C
actie van Dance4Life
D
inzameling van 350 duizend euro
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
A
het slotevenement van Dance4Life
B
Ahoy in Rotterdam
C
beloning voor leerlingen voor hun inzet
D
satellietverbinding
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het deelonderwerp van alinea 3?
A
Doutzen Kroes
B
opbrengst van het scholenproject
C
ambassadrice van Dance4Life
D
bekende artiesten treden op
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste zin van alinea 2?
A
Het slotevenement van Dance4Life was afgelopen zaterdag in Ahoy, Rotterdam.
B
Als beloning voor hun inzet mochten tienduizend leerlingen naar dit evenement komen.
C
Hier dansten zij met jongeren uit 26 landen tegelijk tegen aids en hiv.
D
De jongeren werden per satelliet met elkaar verbonden.
Slide 25 - Quizvraag
Welke zin uit alinea 3 gaat niet over het deelonderwerp?
A
Supermodel Doutzen Kroes maakte de totale opbrengst van het scholenproject bekend.
B
Zij is de ambassadrice van Dance4Life in Nederland.
C
Tijdens Dance4Life traden bekende artiesten als Fedde le Grand, Don Diablo en The Partysquad belangeloos op.