8 februari zn, lidw bn

Welkom in de les


Jas in kluisje of aan de kapstok boven

Boek, etui en aantekeningenschrift op tafel
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom in de les


Jas in kluisje of aan de kapstok boven

Boek, etui en aantekeningenschrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Planning 1HVd
  • Verder voorbereiden Pecha Kucha: start volgende week.
  • Vandaag: verder met grammatica: zn, bn, lw.

Begin aan je derde leesboek. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning 1HVb

  • Verder voorbereiden Pecha Kucha: start volgende week.
  • Vandaag: verder met grammatica: zn, bn, lw.

Begin aan je derde leesboek. 

Slide 3 - Tekstslide

Even oefenen
Ontleed in je schrift de volgende zin.

Een grote aardgasvondst zou de welvaart in Polen tot grote hoogte kunnen opstuwen.




Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan zelfstandig naamwoord, een bijvoeglijk naamwoord en een lidwoord uit een zin halen. (al gedaan, check of alles af is).

Ik kan een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord herkennen in een zin (cursus 5, paragraaf 6). 





Slide 5 - Tekstslide

Taalkundig ontleden
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste werkwoorden?
Ik heb vandaag gesport.

Ik ga in huis klussen.

Ben jij aan het fietsen?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste werkwoorden?
Ik heb vandaag gesport.

Ik ga in huis klussen.

Ben jij aan het fietsen?

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste werkwoorden?
Ik heb vandaag gesport.

Ik ga in huis klussen.

Ben jij aan het fietsen?

De onderstreepte werkwoorden noem je zelfstandige werkwoorden. Ze geven de betekenis aan de zin. Kleine kinderen gebruiken als eerste zelfstandige werkwoorden. (ik fietsen, ik klimmen).

Slide 9 - Tekstslide

Welke werkwoorden helpen bij de grammaticale structuur van de zin?

Ik heb vandaag gesport.
Ik ga in huis klussen.
Ben jij aan het fietsen?


De onderstreepte werkwoorden noem je hulpwerkwoorden. Ze helpen bij het opbouwen van een goede, grammaticale zin. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk (1HVd)
Eerste tien minuten in stilte werken.


- Cursus 5, grammatica: paragraaf 2, zelfstandig naamwoord/lidwoorden: route A, B of C.
- Cursus 5, grammatica: paragraaf 4, bijvoeglijk naamwoord. Kies hier route A, B, of C. 
Af: donderdag 15 februari, 5e uur.

timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk (1HVd)
Eerste tien minuten in stilte werken.


- Cursus 5, grammatica: paragraaf 2, zelfstandig naamwoord/lidwoorden: route A, B of C.
- Cursus 5, grammatica: paragraaf 4, bijvoeglijk naamwoord. Kies hier route A, B, of C.
Af: donderdag 15 februari, 2e uur.

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Oefenzin 1
Door de staking  ontstonden  enorme vertragingen.
pv= 
ow= 
wg=
lv= 
mv= 
bwb=


Slide 13 - Tekstslide

Oefenzin 1
Door de staking | ontstonden | enorme vertragingen.
pv= ontstonden
ow= enorme vertragingen
wg= ontstonden
ng= -
lv= -
mv= -


Slide 14 - Tekstslide

Oefenzin 2
De burgemeester  is  vanochtend  het eerste exemplaar aangeboden.
pv=
ow=
wg=
lv=
mv=
bwb=

Slide 15 - Tekstslide

Oefenzin 2
De burgemeester | is | vanochtend | het eerste exemplaar |aangeboden.
pv= is
ow= het eerste exemplaar
wg= is aangeboden
ng= -
lv= -
mv= de burgemeester
bwb = vanochtend

Slide 16 - Tekstslide