Omgeving en relaties V4

Vandaag
  • Soort
  • Populatie
  • Beperkende factor
  • relaties in ecosystemen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Soort
  • Populatie
  • Beperkende factor
  • relaties in ecosystemen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een soort?
A
Individuen met sterke genetische overenkomsten.
B
Individuen die vruchtbare kinderen kunnen krijgen.
C
Individuen die nakomelingen kunnen maken.
D
Individuen die genetisch niet te onderscheiden zijn.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een populatie?
A
Een groep soorten.
B
Een groep individuen.
C
Een aantal dieren van dezelfde soort.
D
Een aantal organismen van dezelfde soort.

Slide 3 - Quizvraag

Naamgeving van soorten

Slide 4 - Tekstslide

Naamgeving van soorten
  1. Geslachtsnaam
    Dit wordt altijd met een hoofdletter aangegeven!
  2. Soortnaam
  3. Ondersoort (niet altijd!)
    Dit is zijn organismen van dezelfde soort die vaak in een ander gebied voorkomen en in uiterlijk verschillen van elkaar, maar niet genoeg om tot een eigen soort te worden gerekend

Slide 5 - Tekstslide

Naamgeving van soorten

Slide 6 - Tekstslide

Behoren een hond en een wolf tot dezelfde soort? Leg uit.

Slide 7 - Open vraag

Wat is de juiste wetenschappelijke naam van het madeliefje?
A
bellis perennis
B
Bellis perennis
C
bellis Perennis
D
Bellis Perennis

Slide 8 - Quizvraag

Hybriden
  • Soms kruisen verschillende soorten met elkaar en krijgen ze levensvatbare nakomelingen: hybriden. 

  • Meestal zijn deze hybriden onvruchtbaar.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

5 minuten zelf aan het werk
- pak je schrift plus een pen
- zoek een klasgenoot waar je niet naast zit (dus opstaan)
- wissel antwoorden op opgaven uit (eentje heeft een boek)

- zoek een tweede slachtoffer
- herhaal wat je net gedaan hebt
DOEL IS: MEER ANTWOORDEN IN JE SCHRIFT

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van beperkende factor voor een boom?
A
Het hebben van een hoeveelheid bladeren.
B
De aanwezigheid van stikstof in de lucht.
C
De hoeveelheid water in de grond.
D
De aanwezigheid van konijnen in de buurt.

Slide 13 - Quizvraag

Termen: welke ken je al?
  • (a)biotische factoren
  • tolerantiegebied/tolerantiegrens/optimumgebied
  • predator-prooirelatie
  • voedselweb
  • accumulatie
  • mutualisme/ commensalisme (epifytisme)/ parasitisme

Slide 14 - Tekstslide

Biotische factoren= invloed van andere organismen op een organisme. Vb: 
  • Concurrenten
  • Voedsel
  • Predatoren
  • Ziekteverwekkers
  • Enz...
Abiotische factoren: invloed van de niet-levende natuur op een organisme. Vb:
  • Water
  • Wind
  • Zon
  • Aarde
  • Zoutgehalte
  • Enz..


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Tolerantiegrenzen

Slide 17 - Tekstslide

Welke curve is de blauwe reiger?

Slide 18 - Tekstslide

Welke curve was de Blauwe reiger?
A
grafiek Q
B
grafiek P
C
ik heb geen flauw idee

Slide 19 - Quizvraag

Predator-prooirelatie
Carnivoren
Herbivoren 
Omnivoren
Predatoren: soorten die op andere soorten bouwen voor hun energievoorziening. 

Slide 20 - Tekstslide

De grenzen zijn vaak vaag..

Slide 21 - Tekstslide

Predator-prooirelatie

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wie zijn de consumenten van de 2e orde?
A
leeuw, aap, lynx, jaguar
B
jaguar, gier, das, slang
C
giraffe, neushoorn, sprinkhaan, muis
D
hert, slang, vogel, neushoorn

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn consumenten van de 3e orde?
A
leeuw, jaguar, gier, das
B
gier, das, jaguar, slang
C
slang, gier, das, jaguar
D
hert, lynx, muis, kip

Slide 25 - Quizvraag

Verstoorde voedselketens
  • Ziektes 
  • Gif

Slide 26 - Tekstslide

Accumulatie

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Epifyten

Slide 32 - Tekstslide

Dit is een voorbeeld van..
A
commensalisme
B
epifytisme
C
parasitisme
D
mutualisme

Slide 33 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van...
A
commensalisme
B
epifytisme
C
parasitisme
D
mutualisme

Slide 34 - Quizvraag

Dit is een voorbeeld van...
A
commensalisme
B
epifytisme
C
parasitisme
D
mutualisme

Slide 35 - Quizvraag

Je kunt nu...
..beschrijven hoe de omgeving bepaalt welke soorten er kunnen leven.
..beschrijven welke voedselrelaties er tussen organismen bestaan.
..beschrijven welke langdurige relaties er tussen organismen bestaan.

Slide 36 - Tekstslide