1.3 Diensten

Welkom allemaal / Wat gaan we doen ?
  • Pak je aantekeningenschrift + pen + markeerstift

  • Laptop op tafel, graag dichtlaten.

  • In stilte wachten tot de les begint.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal / Wat gaan we doen ?
  • Pak je aantekeningenschrift + pen + markeerstift

  • Laptop op tafel, graag dichtlaten.

  • In stilte wachten tot de les begint.

Slide 1 - Tekstslide

1.3 Diensten

Slide 2 - Tekstslide

 1.1 De Nederlandse landbouw

Hoofdstuk 1: Made in The Netherlands
1.2 De Nederandse industrie
1.3 Diensten


1.4 Bronnen: Verkeer en vervoer in Nederland


Deelvraag = Hoe ziet de dienstensector in Nederland eruit?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 1.3
Aan het einde van de les:

• Kun je uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.
• Kun je voorbeelden geven van diensten met en zonder een baliefunctie.
• Kun je voorbeelden geven van dagelijkse en gespecialiseerde voorzieningen.
• Kun je voorbeelden geven van commerciële en niet-commerciële diensten.
• Kun je uitleggen wat de begrippen reikwijdte en verzorgingsgebied betekenen.






Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

Veel verschillen
  • De bedrijven en banen in de dienstensector (tertiaire sector) zijn erg verschillend.
  • VB: kantoren, ziekenhuizen, scholen, winkels, banken.
  • In de industrie en landbouw nemen banen af omdat daar het werk wordt overgenomen door machines. 
  • De dienstensector groeit door:
  • verandering van de bevolking: meer ouderen = meer banen in de zorg.
  • nieuwe diensten: websitebouwers, youtubers

Maak aantekeningen
Op de Zuidas in Amsterdam staan grote kantoren dicht bij grote wegen en een station.

Slide 5 - Tekstslide

De grootste werkgevers in Nederland, 2018.

Slide 6 - Tekstslide

Voorzieningen
  • Bedrijven en instellingen die diensten aanbieden, worden ook wel voorzieningen genoemd. Voorzieningen hebben verschillende kenmerken:
  • 1.  Er zijn voorzieningen met of zonder een baliefunctie.

  • 2. Hoe vaak een klant of bezoeker een voorziening bezoekt.
- Dagelijkse voorzieningen: iedere dag of week. VB: supermarkt, bakker
- Gespecialiseerde voorzieningen: 1x VB: Rijksmuseum, pianowinkel

  • 3. Voorzieningen kunnen commercieel zijn of niet-commercieel
     - een winkel moet winst maken
    - een school niet

Maak aantekeningen

Slide 7 - Tekstslide

Voorzieningen
  • Bedrijven en instellingen die diensten aanbieden, worden ook wel voorzieningen genoemd. Voorzieningen hebben verschillende kenmerken:
  • 1.  Er zijn voorzieningen met of zonder een baliefunctie.

  • 2. Hoe vaak een klant of bezoeker een voorziening bezoekt.
- Dagelijkse voorzieningen: iedere dag of week. VB: supermarkt, bakker
- Gespecialiseerde voorzieningen: 1x VB: Rijksmuseum, pianowinkel

  • 3. Voorzieningen kunnen commercieel zijn of niet-commercieel
     - een winkel moet winst maken
    - een school niet

Maak aantekeningen

Slide 8 - Tekstslide

De plaats van diensten
  • De kenmerken van voorzieningen bepalen waar ze gevestigd zijn.
  • Dagelijkse voorzieningen met een baliefunctie:
    - meer mensen = meer voorzieningen.
    - Kleine reikwijdte. VB: school, supermarkt.
  •  Voor andere voorzieningen willen mensen wel ver reizen:
    -Groter verzorgingsgebied
    - Zijn vaak bij elkaar gevestigd
    -VB: schoenenwinkels, meubelzaken, IKEA
Maak aantekeningen

Slide 9 - Tekstslide

Een meubelboulevard met verschillende meubelwinkels bij elkaar (grote reikweidte)

Slide 10 - Tekstslide

De plaats van diensten
  •  Voor voorzieningen zonder baliefunctie zijn de klanten geen belangrijke reden om zich ergens te vestigen. 
  • Vaak zijn het kantoren waar veel mensen werken.
  • Langs snelwegen of stations.
  • In een land met lage lonen.
  • VB: Klantenservice
Maak aantekeningen

Slide 11 - Tekstslide

Een callcenter in Suriname.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Ga naar SOM Today: 1.3 Diensten

Opdrachten klassikaal:
2 t/m 5
Zelf aan het werk:
1, 6 t/m 8 + samenvatting

Slide 13 - Tekstslide

HERHALING
Paragraaf 1.3
Diensten

Slide 14 - Tekstslide

Met of zonder baliefunctie:
Supermarkt
A
Met baliefunctie
B
Zonder baliefunctie

Slide 15 - Quizvraag

Met of zonder baliefunctie:
Je telefoon provider
A
Met baliefunctie
B
Zonder baliefunctie

Slide 16 - Quizvraag

Met of zonder baliefunctie:
Supermarkt
A
Met baliefunctie
B
Zonder baliefunctie

Slide 17 - Quizvraag

Wel of niet commercieel:
Groenteboer op de markt
A
Wel
B
Niet

Slide 18 - Quizvraag

Wel of niet commercieel:
Ziekenhuis
A
Wel
B
Niet

Slide 19 - Quizvraag

Wel of niet commercieel:
Politie
A
Wel
B
Niet

Slide 20 - Quizvraag

Wel of niet commercieel:
Kledingwinkel
A
Wel
B
Niet

Slide 21 - Quizvraag

Grote of kleine reikwijdte:
Bakker
A
Groot
B
Klein

Slide 22 - Quizvraag

Grote of kleine reikwijdte:
Stadion van FC Twente
A
Groot
B
Klein

Slide 23 - Quizvraag

Grote of kleine reikwijdte:
IKEA
A
Groot
B
Klein

Slide 24 - Quizvraag

Grote of kleine reikwijdte:
School
A
Groot
B
Klein

Slide 25 - Quizvraag

Waarom zitten meubelzaken vaak bij elkaar in een woonboulevard?

Slide 26 - Open vraag

Waar vind je de volgende voorzieningen:
Kledingzaak
A
Stadcentrum
B
Bedrijventerrein
C
Woonwijk

Slide 27 - Quizvraag

Waar vind je de volgende voorzieningen:
Bakker
A
Stadcentrum
B
Bedrijventerrein
C
Woonwijk

Slide 28 - Quizvraag

Waar vind je de volgende voorzieningen:
Beddenzaak
A
Stadcentrum
B
Bedrijventerrein
C
Woonwijk

Slide 29 - Quizvraag

Waar vind je de volgende voorzieningen:
Schoenenwinkel
A
Stadcentrum
B
Bedrijventerrein
C
Woonwijk

Slide 30 - Quizvraag

Noem de drie kenmerken van voorzieningen

Slide 31 - Open vraag