Grammatica woordsoorten H5: vz les 1

Grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 5: voorzetsels 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 5: voorzetsels 

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les 
weet je wat voorzetsels zijn en kun je deze herkennen in een zin. 

Slide 2 - Tekstslide

Welke voorzetsels ken je?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Voorzetsels - theorie 
  • plaats (aan, bij), tijd (na, tijdens, gedurende), reden/oorzaak (door, vanwege)

  • vaste combinaties! (wachten op, grenzen aan)

  • Delen van een scheidbaar werkwoord zijn geen voorzetsels! (De docent kijkt de toetsen na) 

Slide 5 - Tekstslide

Zijn de rode, onderstreepte woorden werkwoord of voorzetsel? 
Werkwoord
Voorzetsel
Vul
je
gegevens
maar
in
op
dat
papier.

Slide 6 - Sleepvraag

Opdracht 1 maken 
  • Opdracht 1 maken op blz. 150
  • Je mag zachtjes overleggen 
  • 10 minuten de tijd
  • Klaar? Lees de theorie door op blz. 150  en maak opdracht 2 
  • Na 10 minuten bespreken we de opdracht 

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1
  1. van – in – van
  2. Dankzij – onder
  3. Vanaf – in
  4. van – van – tot
  5. bij – tijdens (voor hoort bij voorkomen)
  6. Bij – van – onder – op (uit hoort bij uitvoeren)

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2 maken 
  • Opdracht 2 maken op blz. 150-151
  • Je mag zachtjes overleggen 
  • 10 minuten de tijd
  • Klaar? Lezen in je leesboek 

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 
a Sommige mensen verdiepen zich tijdens hun vakantie in de cultuur van het land.
b Door middel van brochures hebben ze zich voorbereid op de bestemming.



c De vakantiegangers verheugen zich op de door hen geselecteerde bezienswaardigheden.

Vaste uitdrukking: door middel van 
Vaste uitdrukking: zich verheugen op 

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 
d Met behulp van een navigatiesysteem vinden ze altijd de betreffende locaties. 

e Een aantal van hen geeft graag geld uit aan leuke, goedkope souvenirs.


f Naar aanleiding van hun ervaringen vertellen ze thuis aan vrienden over de reis.

Vaste uitdrukking: met behulp van 
Vaste uitdrukking: naar aanleiding van  

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les
Schrijf een tekstje van ongeveer 100 woorden over jouw leukste/meest bijzondere/saaiste vakantie. Alleen.... je mag geen voorzetsels gebruiken! 

Slide 12 - Tekstslide