HV2A week 42 K2 les 1

Liebe Leute, das Programm für heute
NOG GEEN SPULLEN PAKKEN: TAFELS LEEG LATEN!!!

SO besprechen
Anfang Kapitel 7
Weektaak week 42
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Liebe Leute, das Programm für heute
NOG GEEN SPULLEN PAKKEN: TAFELS LEEG LATEN!!!

SO besprechen
Anfang Kapitel 7
Weektaak week 42

Slide 1 - Tekstslide

LERNZIELE

  • Ik weet wat ik op het so wel/niet goed gedaan heb
  • Ik begrijp een reportage over het thema wonen.
  • Ik ken de betekenis van de woorden van Lernliste A-Sehen
  • Ik weet wat ik vrijdag af moet hebben

Slide 2 - Tekstslide

SO BESPRECHEN
Tafels leeg

Slide 3 - Tekstslide

Kapitel 7
Anfang: 
Seite 28-29

  • Thema Wohnen
  • Grammatik: persoonlijk voornaamwoord in 4e naamval





Slide 4 - Tekstslide

A SEHEN: Seite 30 Aufgabe 1
Wohnen in der Mühle

1a: Manche Menschen wohnen in besonderen Häusern. 
       Welche Beispiele dafür kennst du? 

1b: Sieh dir den Film an. Kreise beim Sehen die richtige Aussage ein.

Slide 5 - Tekstslide

an die Arbeit, Planer Woche 43
HV2A
MAKEN:
- Online "GEPLANDE TAAK"  Kapitel 7 Aufgabe 9, 10 + 13
LEREN:
Blz. 60 Lernliste N-D t/m "de woonkamer" 
Blz. 60 Lernliste D-N A Sehen







Slide 6 - Tekstslide

Auf Wiedersehen!

Slide 7 - Tekstslide

Auf Wiedersehen!

Slide 8 - Tekstslide

Auf Wiedersehen

Slide 9 - Tekstslide

ik 
jullie
zij
het
wij
hij
ich
ihr
sie
es
wir
er

Slide 10 - Sleepvraag

Het bepaald en onbepaald lidwoord
der, die und das
De lidwoorden in het Nederlands:
de en het (bepaald) een (onbepaald)
worden in het Duits aangegeven met:
der, die en das
der = mannelijk
die = vrouwelijk
das = onzijdig
De (bepaalde) lidwoorden in het Nederlands de en het (bepaald)
worden in het Duits:    der - die - das

GESLACHT!
der        = na een mannelijk zelfstandig naamwoord (vaak "de")
die         = na een vrouwelijk zelfstandig naamwoord (vaak "de")
das        = na een onzijdig zelfstandig naamwoord (vaak "het")
Het bepaald en onbepaald lidwoord

Slide 11 - Tekstslide

DER + "mannelijke woorden"
mannelijke personen, dieren, beroepen
dagen
maanden
jaargetijden

Slide 12 - Tekstslide

DIE + "vrouwelijke" woorden"
vrouwelijke personen, dieren, beroepen
vaak woorden eindigen op -e
altijd woorden eindigen op: 
-heit -keit -schaft -ung

Slide 13 - Tekstslide

DAS + "onzijdige" woorden"
"het" woorden in het Nederlands 
(PAS OP: niet altijd!!)

Slide 14 - Tekstslide

DIE + meervoud
Meervoudige zelfstandige naamwoorden

ALTIJD DIE

Slide 15 - Tekstslide

.... Bruder
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

LERNZIELE

  • Ik weet wie mevrouw Verholen is
  • Ik ken de lidwoorden in het Duits nog
  • Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits nog
  • Ik kan in mijn online-boek
  • Ik weet wat ik volgende week af moet hebben

Slide 17 - Tekstslide