Duits

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

verschillen

Joran, Yens,vigho en klaasjan

hoe vind je het onderwerp

1. wie of wat doet iets
2. aan wie of voor wie
3. wie of wat doet het ow
4. Geen van bovenstaande en c

Ich spiele meinem Freund den Ball
wat is het onderwerp

1. freund
2. den ball
3. spiele
4. ich

hoe vind je het meewerkend voorwerp

1. wie of wat doet het onderwerp
2. waar en wanneer het ow iets doet
3. wie of wat doet iets
4. Aan wie of voor wie

Hieuwkje gibt dem Nachbarn einen Kuchen
wat is het meewerkend voorwerp

1. hieuwkje
2. einen kuchen
3. dem nachbarn
4. gibt

Hoe vind je het lijdend voorwerp

1. aan wie of voor wie
2. wie of wat doet iets
3. wie of wat doet het ow
4. alle werkwoorden in de zin

Ich werde heute Nachmittag ein Fußballspiel spielen
wat is het lijdend voorwerp

1. ich
2. werde
3. ein fussbalspiel
4. heute

wat is het onderwerp in deze zin
Die Freunde gehen heute Abend aus

Die Freunde geben dem Kellner ihre Bestellung
wat is het meewerkend voorwerp

1. dem kellner
2. die freunde
3. bestellung
4. geben

wat is het lijdend voorwerp
Die Freunde geben dem Kellner ihre Bestellung

1. geben ihre bestellung
2. dem kellner bestellung
3. die freunde ihre
4. bestellung dem kellner

geef alle naamvallen in deze nederlandse zin
Mijn oma bakt een taart voor ons