hoofdletters en leestekens

Na deze les weet ik:

- wanneer je hoofdletters en kleine letters gebruikt.
- wanneer je de verschillende leestekens gebruikt.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Na deze les weet ik:

- wanneer je hoofdletters en kleine letters gebruikt.
- wanneer je de verschillende leestekens gebruikt.


Slide 1 - Tekstslide

Niet waar
Waar
Een zin eindigt altijd met een punt.
Tussen twee persoonsvormen zet je een komma.. 
Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.
Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.
Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.
Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.
Leestekens maken het lezen makkelijker.

Slide 2 - Sleepvraag

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 3 - Woordweb

EVEN OEFENEN....

Slide 4 - Tekstslide

Goed of fout?
Meneer hazelaar
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Goed of fout?
Noord-Holland
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

Goed of fout?
ik ga op vakantie naar Australië.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quizvraag

Goed of fout?
Jan Van der Veen
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Goed of fout?
In Januari is het winter.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

Leestekens

Slide 10 - Tekstslide

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Vind jij leestekens moeilijk

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 11 - Quizvraag

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Ik ben blij dat het bijna vakantie is

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 12 - Quizvraag

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Schiet toch eens op
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 13 - Quizvraag

Herhaling
Hoe gebruik je aanhalingstekens bij een citaat?

  • Een citaat: dat wat iemand letterlijk zegt (directe rede).        Lise zegt: 'Ik snap de opdracht niet.'                                                        of: 'Ik snap de opdracht niet,' zegt Lise.
  • Bij indirecte rede geen aanhalingstekens.                                 Lise zegt dat ze de opdracht niet snapt. 

Slide 14 - Tekstslide

kom gauw jeroen zit in de kantine
5. Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
HOOFD-
LETTER
.
.
?
?
!
!
,
,

Slide 15 - Sleepvraag

wat doe jij hier in spanje
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
.
?
!
,
HOOFD-
LETTER

Slide 16 - Sleepvraag

Oefenen
Schrijf de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters en leestekens.

ik ga deze zomer drie grote steden bezoeken barcelona madrid en sevilla

    Slide 17 - Tekstslide

    Oefenen
    Schrijf de zin over en zet op de juiste plek hoofdletters en leestekens.

    ik ga deze zomer drie grote steden bezoeken barcelona madrid en sevilla
    • Antwoord: Ik ga deze zomer drie grote steden bezoeken: Barcelona, Madrid en Sevilla. 

    Slide 18 - Tekstslide