HV3 zinsdeelzinnen Hfdst 3

Lesindeling
1. Nog een (heel makkelijke) manier om de hoofdzin te herkennen
2. Uitleg ontleden samengestelde zinnen: 
de bijzin (zinsdeelzinnen) benoemen
3. Opdracht maken en bespreken
4. Verdelen onderwerpen minilesjes
5. Start / toelichting opbouw minilesjes

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesindeling
1. Nog een (heel makkelijke) manier om de hoofdzin te herkennen
2. Uitleg ontleden samengestelde zinnen: 
de bijzin (zinsdeelzinnen) benoemen
3. Opdracht maken en bespreken
4. Verdelen onderwerpen minilesjes
5. Start / toelichting opbouw minilesjes

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica
Zinsdeelzinnen
(hoofdstuk 3 van het NN-boek, blz. 115 e.v.)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Zinsdeelzinnen benoemen, hoe doe je dat en wat heb je nodig?

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen benoemen, hoe doe je dat?

stap 1: bepaal of je te maken hebt met een enkelvoudige of een samengestelde zin

stap 2: bepaal wat de structuur van de zin is (hz+bz, bz+hz, hz+hz, hz+bz+bz, etc)

stap 3: vervang de bijzin door een woord (evt twee)

stap 4: ontleed de hoofdzin, inclusief het vervangende woord

stap 5 (conclusie): de bijzin heeft de functie van het vervangende woord

Slide 4 - Tekstslide

Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Bryan heeft een mop verteld.
Ik weet dat Bryan een mop vertelt.

Slide 5 - Sleepvraag

Ik weet dat Bryan een mop vertelt
Stap 2: Wat is de structuur van de zin?
-> Maak de zin vragend: Persoonsvorm van de hoofdzin staat vooraan.
-> Bepaal wat de bijzin is 

Slide 6 - Tekstslide

Ik weet dat Bryan een mop vertelt
Ik weet (Hz)
dat Bryan een mop vertelt (Bz)

Stap 3: vervang de bijzin door een woord
Ik weet dat

Slide 7 - Tekstslide

Ik weet dat Bryan een mop vertelt
Stap 4: Ontleed de hoofdzin met daarin het vervangende woord
Ik weet dat 
pv=                                        
o=                                          
wg/ng=                              
lv=                                       
mv=                        bwb=

Slide 8 - Tekstslide

Ik weet dat Bryan een mop vertelt
Stap 5 (conclusie): de bijzin heeft de functie van het vervangende woord
Ik weet dat Bryan een mop vertelt
pv=  weet                               mv= x
o=  ik                                        bwb=x
wg/ng= weet                          
lv-zin= dat Bryan een mop vertelt                                  


Slide 9 - Tekstslide

Yassine is eindelijk wie hij wil zijn
Stap 1 (conclusie): samengestelde zin (meerdere pv's)
Stap 2: structuur= hz + bz
Stap 3:                              


Slide 10 - Tekstslide

Hoe weet je wat de hoofdzin is?
A
Zin vragend maken, hoofdzin komt vooraan
B
Zin vragend maken, hoofdzin komt achteraan

Slide 11 - Quizvraag

Kan een bwb ook een bwb-zin zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Wat heeft een zinsdeelzin nodig, om een zin te zijn en niet alleen een zinsdeel?
A
lv
B
mv
C
ow
D
pv

Slide 13 - Quizvraag

Oefenzinnen
Maak opdr. 4
Bespreken over 10 minuten

Klaar?
Je mag alvast een onderwerp uitkiezen voor je minilesje
- de eerste die zich meldt, heeft de eerste keuze

Slide 14 - Tekstslide


A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 15 - Quizvraag


A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 16 - Quizvraag


A
zinsdeel
B
zinsdeelzin

Slide 17 - Quizvraag

Zinsdeelzinnen
Hoe je een vierkantsvergelijking oplost, kan ik je zo laten zien.

  • pv= kan
  • ow= ik
  • wg= kan laten zien
  • lv= Hoe t/m oplost (lv-zin)
  • mv= je
  • bwb= zo

Slide 18 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen
Wie een kwartier te laat komt voor de toets, mag niet meer meedoen.

  • pv= mag
  • ow= Wie t/m toets (ow-zin)
  • wg= mag meedoen
  • lv= -
  • mv= -
  • bwb= niet meer

Slide 19 - Tekstslide

Zinsdeelzinnen
Wie alle opdrachten gemaakt heeft, wil ik de lastige gevallen nog een keer uitleggen.

  • pv= wil
  • ow= ik
  • wg= wil uitleggen
  • lv= de lastige gevallen
  • mv= Wie t/m heeft (mv-zin)
  • bwb= nog een keer

Slide 20 - Tekstslide


A
ow-zin
B
nw.deelzin
C
mv-zin
D
bwb-zin

Slide 21 - Quizvraag