ph4 7.2 GES Uitbouw EU overheersing en opkomst abolitionisme

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

....heel irritant maar wat is ook alweer het kenmerkende aspect wat we vorig les hebben besproken?

Slide 2 - Open vraag

Leg uit wat een plantagekolonie inhoudt en wat het verband hiermee is met de slavernij?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

opgaven 3A blz. 130

Slide 5 - Open vraag

3.a bronopdracht
Bij betrouwbaarheid kijk je naar de standplaats van de maker van de bron. 
Welk doel had de maker met zijn teksten en tekeningen? 
Wilde hij verslagleggen? Had hij een duidelijke mening? Wilde hij zijn publiek ergens van overtuigen? 

Daarnaast moet je goed kijken naar de vraag die je aan de bron stelt. 
Een bron kan een onbetrouwbaar verslag geven over iets, maar wel zeer betrouwbaar laten zien welke mening Stedman over bepaalde zaken had. 
 
De Britse uitgever liet de teksten bewerken, gewelddadige strafmaatregelen tegen opstandelingen werden geschrapt hierdoor is de bron minder betrouwbaar

Slide 6 - Tekstslide

opgaven 3B blz. 131

Slide 7 - Open vraag

3.b bronopdracht
Bij representativiteit kijk je naar de mate waarin de bron past bij andere informatie die je hebt over de tijd of het onderwerp. 
Geeft de bron een beeld weer dat overeenkomt met andere verslagen? Wijkt het juist heel erg af van andere verslagen of van het beeld dat jij uit andere bronnen en teksten hebt gekregen? 
Bij welke mening past de bron wel? En bij welke minder? 
Nadenken over representativiteit helpt je om te bepalen hoe belangrijk de bron is (geweest) in de beeldvorming van de tijd. 
Vergeleken met andere bronnen lijken de teksten en tekeningen van John Stedman een representatief beeld te geven van het leven van een Europese soldaat in Suriname, in dienst van de Staten-Generaal van de Republiek om de plantages te beschermen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de oorzaken van de opkomst van het abolitionisme.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

opgaven 4A blz. 131

Slide 12 - Open vraag

4.A standplaatsgebondenheid
Deze twee ontwikkelingen zijn:
-invloed van de Verlichting en 
-christelijke (religieuze) groeperingen die slavernij onmenselijk vonden.

Slide 13 - Tekstslide

opgaven 4B blz. 131

Slide 14 - Open vraag

4.B standplaatsgebondenheid
Voltaire schrijft in bron 13: 
‘Wanneer we in de suikerfabriek werken, en de molen toevallig een vinger grijpt, hakken ze onmiddellijk onze hand af; en wanneer we proberen weg te rennen, snijden ze een been af.’
Gillray tekent de slavenhouder, heel lelijk en boosaardig, met rommelige kleding. Ook geeft hij zijn tekening de titel Barbarities, ‘barbaarse praktijken’.

Beide heren benadrukken dus de ellende die met slavernij gepaard gaat. Ze zijn tegen slavernij, of ze zijn er tenminste heel kritisch over.

Slide 15 - Tekstslide

opgaven 5A blz. 131

Slide 16 - Open vraag

5.A standplaatsgebondenheid
De Amerikaanse Georgetown University in Washington heeft in 1838 slaven verkocht. 

De huidige rector heeft officieel spijt betuigd en hij belooft dat hij de gebouwen die de naam dragen van mensen die verantwoordelijk waren voor deze slavenhandel zal hernoemen. 

Ook belooft hij voortaan de nazaten van in slavernij gehouden Afro-Amerikanen actief te werven voor de studieprogramma’s van de universiteit.

Slide 17 - Tekstslide

opgaven 5B blz. 131

Slide 18 - Open vraag

5.B standplaatsgebondenheid
- De universiteit heeft wat goed te maken vanuit het verleden en kan dat via deze weg doen.
- Sommige Afro-Afrikanen hebben door het slavernijverleden een maatschappelijke achterstand opgelopen die nu door universitaire studieprogramma’s kan worden weggewerkt.
- De toegang tot universitair onderwijs is voor Afro-Amerikanen soms moeilijker. Dat wil de universiteit veranderen vanuit een historische verantwoordelijkheid.
Voorbeelden van argumenten tegen deze beslissing:
- De slavenhandel vond plaats in 1838, dat is te lang geleden om nu nog verantwoordelijk voor te zijn / verantwoordelijkheid voor te nemen.
- Door voorrang te geven aan Afro-Amerikanen zorgt de universiteit dat nu andere groepen nadelige consequenties ondervinden van het beleid van de universiteit.
- De daden uit voorbije eeuwen moeten niet beoordeeld worden op basis van onze moderne normen en waarden.

Slide 19 - Tekstslide

opgaven 5C blz. 131

Slide 20 - Open vraag