Spelling 2H



  • Leerdoelen spelling
  • Uitleg spelling
  • oefenen
  • Aan het werk...
Welkom bij Nederlands
bij
bij
Wat gaan we doen?
Nederlands, spelling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



  • Leerdoelen spelling
  • Uitleg spelling
  • oefenen
  • Aan het werk...
Welkom bij Nederlands
bij
bij
Wat gaan we doen?
Nederlands, spelling

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
Leerdoelen spelling
  • Je leert leestekens op de juiste manier gebruiken.
  • Je leert leenwoorden op de juiste manier spellen.
  • Je leert het koppelteken en het weglatingsstreepje op de juiste manier gebruiken.
  • Je leert samenstellingen met en zonder tussenletter spellen.
  • Je leert bepalen welke woorden je los of aan elkaar moet schrijven.
  • Je leert de persoonsvormen in een samengestelde zin spellen.
  • Je leert de gebiedende wijs spellen.
  • Je leert de verschillende werkwoordsvormen en werkwoordstijden herkennen en spellen.
  • Je leert verschillende, maar gelijkklinkende werkwoordsvormen op de juiste manier spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
§3 leenwoorden
Engels
Samenstelling aan elkaar;
rechter deel voorzetsel -> koppelteken;
woordgroep -> spatie.

Frans
Franse woorden NL zonder accentteken!
Uitzondering uitspraak:
  • crème (accent grave);
  • paté (accent aigu);
  • crêpe (accent circonflex).

Slide 3 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
§4 koppelteken en weglatingsstreepje
Koppelteken
  • Samenkoppeling; onoverzichtelijke woorden -> heen-en-weer.
  • Botsende klinkers -> camera-instellingen, cadeau-idee.
  • Letters, cijfers en afkortingen -> mbo-student, A5-formaat.
  • Aardrijkskundige namen -> Zuid-Frankrijk, 's-Gravenhage.
  • Samenstelling vergelijkbare woorden -> paars-groen, bar-discotheek.
  • tweede deel samenstelling hoofdletter -> Anti-Amerika
  • Alle woorden met de volgende voorvoegsel: adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non- en oud-.


Slide 4 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
§4 koppelteken en weglatingsstreepje
Weglatingsstreepje

Tijdens het weglaten van een deel van een woord: op- of aanmerkingen.

GEEN weglatingsstreep als je een heel woord weglaat. 


Slide 5 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
§5 tussenletters in samenstellingen
Klopt de uitspraak wel? SCHRIJF AAN ELKAAR!

Klopt de uitspraak niet? gebruik een tussenletter: -(e)n, -e of -s.

-s:
  • Hoor je een -s, schrijf die dan ook!
  • begin rechter deel samenstelling -s, vervang dit woord om erachter te komen of je een -s gebruikt als tussenletter. 

onweersbui, moederskindje, kapperszaak, spelerssalaris...


Slide 6 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
§5 tussenletters in samenstellingen
Klopt de uitspraak wel? SCHRIJF AAN ELKAAR!

Klopt de uitspraak niet? gebruik een tussenletter: -(e)n, -e of -s.

-(e)n of -e:
  • Linkerdeel ZN meervoud -en, schijf -en (lampenkap)
  • Geen meervoud (gortepap), bestaat één ding van (maneschijn), een meervoud of -s (horlogeband), linkerdeel geen ZN (brekebeen), linkerdeel is of versterkt het BN (reuzeleuk), schrijf -e.


Slide 7 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
§6 aan elkaar of los?
Wanneer schrijf je woorden aan elkaar:
  • samenstellingen van twee of meer woorden: tuinstoel, verrekijker, halsslagader;
  • woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar plus een voorzetsel: hiervoor, ertussendoor, daaronder;
  • getallen met honderd en duizend: zevenhonderd, dertienduizend;
  • veel samengestelde werkwoorden: opbellen, tegenkomen, koffiedrinken, meewerken, pianospelen;
  • veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: afleidend, dichtbegroeid, roodgloeiend.

Eén klemtoon, aan elkaar! Twee klemtonen, los!

Slide 8 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
§11 persoonsvorm samengestelde zin
  • Gebruik de tijdsproef!

  • De winkel heeft mij beloofd dat mijn bestelling vandaag wordt verzonden.
  • De winkel had mij beloofd dat mijn bestelling vandaag werd verzonden. 
  • Ik ga slapen, want ik ben moe.
  • Ik ging slapen, want ik was moe. 
  • Ik weet zeker dat het morgen mooi weer wordt.
  • Ik wist zeker dat het morgen mooi weer werd. 

Slide 9 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Welkom bij Nederlands
bij
bij
§12 gebiedende wijs
  • Bevel;
  • Advies;
  • Instructie;
  • Waarschuwing.
Spelling gebiedende wijs
Geen onderwerp!

ik vorm, tegenwoordige tijd. 
denk allemaal eens na!

Slide 10 - Tekstslide

Beginpagina zonder timer.

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Ik blijf vandaag thuis, want ik voel me niet lekker.
A
Blijf en lekker
B
Thuis en voel
C
Blijf en voel
D
Ik en me

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzon jij ook weleens smoesjes als je te laat kwam?
A
Verzon en kwam
B
Verzin en komen
C
Smoesjes en te laat
D
Ook en als

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elizabeth miste haar oude klasgenootjes een beetje, maar de nieuwe waren ook aardig.
A
Elizabeth en nieuwe
B
Miste en zijn
C
Missen en waren
D
Miste en waren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opvijzelen is het langzaam omhoog brengen van een object of constructie.
A
Is en object
B
Is en brengen
C
Is
D
Object

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nu ik er langer over nadenk, vind ik het een geweldig idee!
A
Ik en Ik
B
Denken en vinden
C
Nadenk en vind
D
Nadacht en vond

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Streven jullie ook naar een hoog cijfer of nemen jullie genoegen met een zesje?
A
Hoog en nemen
B
Genoegen en zesje
C
Met en een
D
Streven en nemen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We hebben geen hondenriem, dus we kunnen niet wandelen met de hond.
A
Hadden en konden
B
Hebben en kunnen
C
Wandelen en hond
D
Wandelden en hondenriem

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordat de krant gedrukt kan worden, moet je hem eerst goed controleren.
A
Kan en moet
B
Worden en moet
C
Goed en gedrukt
D
Gedrukt en moet

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gaan wij een taart bakken?
A
Gaan
B
Gingen
C
Bakken
D
Gebakken

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij studeerde psychologie en ging daarna naar de kunstacademie.
A
Studeren en gaan
B
Ging en daarna
C
Daarna en ging
D
Studeerde en ging

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

LET OP!
Loesje tennis? al drie jaar, maar ze word? niet beter.
A
Tenniste en word
B
Tennist en wordt
C
Tennist en word
D
Tenniste en wordt

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies