BL 2

Lees: 'Katten'
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lees: 'Katten'

Slide 1 - Tekstslide

Wat past het best op plaats 1
A
is dan al veel te laat.
B
is niet stout of gemeen van de kat
C
is niet zielig of droevig voor de kat
D
wordt bijna overal verkocht

Slide 2 - Quizvraag

Lees: 'Paddenstoelen'

Slide 3 - Tekstslide

Lees de zin met de stip ervoor. Daar staat:
'Als zo'n spore op een goed plekje terechtkomt, gaat hij groeien.'

Wat wordt bedoeld met een goed plekje?
A
Een plekje waar de grond nat is.
B
Een plekje waar het niet donker is.
C
Een plekje waar vaak mensen komen.
D
Een plekje waar veel bladeren liggen.

Slide 4 - Quizvraag

Lees de zin met het vierkantje ervoor. Daar staat:
Er komen dan witte draden uit.

Waar komen witte draden uit?
A
Uit de grond
B
Uit de zwamvlok
C
Uit een knop
D
Uit de spore

Slide 5 - Quizvraag

Lees de zin met het driehoekje ervoor. Daar staat:
'Maar goed dat er dan paddenstoelen zijn.'

Waarom is het goed dat er dan paddenstoelen zijn?
A
Omdat paddenstoelen helpen met het maken van voedingsstoffen voor bomen.
B
Omdat paddenstoelen ook op plekjes groeien die in de schaduw liggen.
C
Omdat sommige dieren zich met paddenstoelen voeden .
D
Omdat sommige paddenstoelen heel mooi zijn.

Slide 6 - Quizvraag

Lees de zin met het ruitje ervoor. Daar staat:
'Pluk ze daarom niet af voor een herfststukje. En trap ze zeker niet stuk voor de lol.'
Welke zin past vóór dit stukje?
A
In de duinen groeien andere paddenstoelen dan in het bos.
B
Sommige paddenstoelen stinken behoorlijk
C
We moeten meer paddenstoelen kweken.
D
We moeten zuinig zijn op onze paddenstoelen.

Slide 7 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over de schrijver van deze tekst?
A
Hij is angstig.
B
Hij is bezorgd.
C
Hij is verdrietig.
D
Hij is woedend.

Slide 8 - Quizvraag

Hieronder staan 4 zinnen. Wat wil deze tekst vooral duidelijk maken?
A
Bomen en struiken halen voedingsstoffen uit de grond.
B
De grond van het bos ligt in de herfst vol bladeren die van de bomen gevallen zijn.
C
In de herfst kun je meestal paddenstoelen in het bos zien staan.
D
Laat paddenstoelen staan, want ze maken vruchtbare grond van afgevallen bladeren.

Slide 9 - Quizvraag

Lees: Flinke eters

Slide 10 - Tekstslide

Wat past het best op plaats 1?
A
moet je natuurlijk ook wel eens een beetje lachen
B
moet je veel geleerd hebben over dieren.
C
wordt het al bijna weer herfst
D
zul je daar vast wel anders over denken

Slide 11 - Quizvraag

Lees: 'Superagent houdt ermee op.'

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor soort tekst is dit?
A
een afscheidsbrief
B
een nieuwsbericht
C
een politiebericht
D
een reclametekst

Slide 13 - Quizvraag

Lees de zin met de stip ervoor. Daar staat:
De politieagent heeft in de afgelopen jaren maar liefst 7000 gestolen auto's gevonden.

Wat past er in de plaats van 'maar liefst 7000'
A
een heleboel
B
precies genoeg
C
veel te veel
D
veel te weinig

Slide 14 - Quizvraag

Lees de zin met het vierkantje ervoor. Daar staat:
'Wanneer hij onderweg was,voor zijn werk of gewoon op vakantie, en hij zag een gestolen auto rijden dan sloeg hij meteen toe.'
Wie sloeg meteen toe?


A
de autodief
B
de schrijver
C
de superagent
D
de vakantieganger

Slide 15 - Quizvraag

Lees de zin met het driehoekje ervoor. Daar staat:
Zelf weet hij het ook niet hoe hij het voor elkaar heeft gekregen om zoveel nummerplaten uit zijn hoofd te leren.

A
de autodief
B
de schrijver
C
de superagent
D
de collega van de superagent

Slide 16 - Quizvraag