Je weet wat de persoonsvorm (auto/ werkwoord) van een zin is.
Je weet wat het onderwerp (doener) van de zin is.
Je weet dat het onderwerp de persoonsvorm uitzoekt.
Je weet dat het onderwerp ook achter de persoonsvorm kan staan.
Je weet dat werkwoorden twee vormen hebben (congruentie): enkelvoud en meervoud.
Je weet ook dat het onderwerp ontbreekt in zinnen met de gebiedende wijs.