Poëzie - herhaling stijlfiguren

Poëzie
* Rijm (halfrijm; alliteratie, assonantie/volrijm; binnenrijm, eindrijm, schema)
* Strofen
* Enjambement
* Traditioneel of modern?
* Beeldspraak (vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia)  
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Poëzie
* Rijm (halfrijm; alliteratie, assonantie/volrijm; binnenrijm, eindrijm, schema)
* Strofen
* Enjambement
* Traditioneel of modern?
* Beeldspraak (vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia)  

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Theorie: Rijmschema

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfiguur
Een stijlfiguur is een middel om dat wat je wilt zeggen 
treffender, krachtiger, zachter of sterker uit te drukken. 

De stijlfiguren die je moet herkennen in een gedicht staan in je reader (en zie ook het filmpje)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Stijlfiguren 
1. Tegenstelling (koud - warm; dood - leven; dorp - stad; nat - droog )
2. Herhaling (het steeds herhalen van woorden, woordgroepen en/of zinnen)
3. Paradox (schijnbare tegenstelling)
4. Opsomming (opsommen van dingen, zaken)
5. Pleonasme (oude bejaarde, groen gras, dood lijk)
6. Tautologie (synoniemen; soms valt er af en toe een bui)
7. Hyperbool (een sterke overdrijving)
8. Retorische vraag (een vraag waar je het antwoord eigenlijk al op weet)
9. Eufemisme (iets wordt mooier, zachter of aangenamer voorgesteld dan het in werkelijkheid is)
10. Understatement (iets wordt op een verzachtende toon gezegd, vaak met een spottend effect)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Zie je ik hou van je,
ik vin je zo lief en zo licht –
je ogen zijn zo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.

En je neus en je mond en je haar
en je ogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.

(gaat hiernaast verder)
Zie je ik wou zo graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.

O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees’lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen –
Maar ik kan het toch niet zeggen.

Herman Gorter (1864-1927)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

qlimax
cliché
ironie 


Slide 13 - Tekstslide

Parafraseren van de inhoud van je gedicht
Parafraseren is in je eigen woorden weergeven wat iemand anders gezegd of geschreven heeft. 

De parafrase moet altijd in de geest van de
oorspronkelijke tekst zijn geformuleerd.

Slide 14 - Tekstslide

Parafrase van dit gedicht ?
Stijlfiguren - tegenstelling, paradox, opsomming, herhaling?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide