Les 2, 3 en 4 metrum versvoeten antimetrie scanderen rijmschema's soort rijm assonantie et cetera

POËZIE: METRUM
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

POËZIE: METRUM

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Ik weet wat metrum is
  • Ik kan de vier belangrijkste soorten metra herkennen
  • Ik kan de vier soorten metrum toepassen in een eigen gedicht
  • Ik weet wat antimetrie
  • Ik weet wat het metrum is van de song Eminem 'The way I am' :-)
  • Ik weet wat scanderen is

Slide 2 - Tekstslide

METRUM
'In taaluitingen zit ritme. Ritme komt tot stand door afwisseling van meer of minder beklemtoonde lettergrepen. Als dat ritme een bepaalde regelmaat heeft, spreekt men van metrum.'




Slide 3 - Tekstslide

Antimetrie
Wijkt een gedicht van het metrum af, dan noemen we dat antimetrie.

Een a-metrisch gedicht, dat met opzet onbeholpen aandoet wordt een knittelvers genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

Anitmetrie of knittelvers
Een hond is iemand die van zijn baas bijzonder veel houdt,
die hij, om zo te spreken, als zijn derde vader beschouwt,
en die hem dikwijls een hele boerenwoning toevertrouwt,
waar hij door zijn blaffen bedelaars en dieven vandaan weet te jagen,
en de post van portier waarneemt zonder er ooit geld voor te vragen.

De Schoolmeester (pseudoniem van: Gerrit van de Linde), een bekende knittelverzenschrijver.
 

Slide 5 - Tekstslide

Scanderen
Elk woord bevat beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. 
Het metrum is het regelmatig afwisselen van heffingen en dalingen.
Scanderen is het uitschrijven van deze heffingen en dalingen.
Een heffing (klemtoon) schrijf je uit als een - en een daling (geen klemtoon) schrijf je op als een V

Slide 6 - Tekstslide

De vijf bekendste soorten metra en hun versvoeten
Een - is een heffing en een V is een daling

Trochee:      PAM-pam | PAM-pam | PAM-pam                                                                                    de versvoet van een jambe is dus      - V 

Jambe:         pam-PAM | pam-PAM | pam-PAM                                                                                    de versvoet van een jambe is dus   V -

Anapest:      pam-pam-PAM | pam-pam-PAM | pam-pam-PAM                                                   versvoet is  VV-  

Dactylus:     PAM-pam-pam | PAM-pam-pam | PAM-pam-pam                                                     versvoet is -VV 

Amfibrachus:  pam-PAM-pam | pam-PAM-pam | pam-PAM-pam                                                 versvoet is V-V 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het metrum van deze rap?
Eminem The Way I am
https://www.youtube.com/watch?v=m8E3Dh-gfhM

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Ritme van deze maat: geen nadruk wel nadruk
In een rap en in een gedicht spreek je over een metrum
  
In de muziek heb je het over de maat




Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 5, in periodeschrift
Scandeer het liedje van Eminems 'I am whatever you say I am'
Dus luister naar waar hij de klemtonen op legt. Bepaal dan welk metrum dit is.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welk metrum? Schrijf in schrift, 2 minuten
Ik zie de zee. Zij denkt gedwee. Zij lacht maar mee. Ik zie de zee.

Loop
ik hier, loop ik daar, loop ik weg, ren ik naar, Amsterdam

Geen geld. Geen vuur. Geen speed. Geen krant. Geen wonder. Geen weed. (Jules Deelder) 

Slide 13 - Tekstslide

Welk metrum? Schrijf in schrift, 2 minuten
Als ik moet, en ik rij, over bergen, voorbij, zal ik zien, dat jij wacht.


Geen brood. Geen tijd. Geen weet. Geen klote. Geen donder. Geen reet.
(Jules Deelder, deel II van Blues on Tuesday)

Slide 14 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 15 - Tekstslide

Denk nog even terug aan Eminem: pam-pam-PAM. Welk metrum?
A
trochee
B
anapest
C
dactylus
D
jambe

Slide 16 - Quizvraag

En denk nog even aan de professor. JANtje, ZAG eens, PRUImen... Welk metrum?
A
trochee
B
jambe
C
anapest
D
dactylus

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een metrum?

Slide 18 - Woordweb

Is ritme hetzelfde als metrum?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
  • Groepjes van vier
  • Ieder groepje krijgt een metrum
  • Maak een gedicht van 6-8 regels
  • Extra: gebruik een straattaalwoord
  • 15 minuten de tijd

Klaar? Probeer nog een gedicht te maken met een ander metrum.


Slide 20 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 21 - Open vraag

Maken opdrachten
Zie huiswerk in Magister

Slide 22 - Tekstslide

Deze les
  • halfrijm (assonantie, alliteratie)
  • volrijm
  • soorten rijmschema's

Slide 23 - Tekstslide

Soorten rijm
Volrijm: gelijkheid van klank op het einde van de beklemtoonde lettergreep. Volrijm kan alleen voorkomen op het einde van het woord en bestaat uit klinkers en medeklinkers. 

Voorbeeld: Pas toen jij naar mij zat te staren, wist ik mijn liefde te verklaren.

Slide 24 - Tekstslide

Volrijm
is herhaling van klank aan het einde van woorden vanaf de laatste beklemtoonde klinker, aan het einde van versregels. Het kan zich over 1, 2 of 3 lettergrepen uitstrekken. Voorbeelden: een-gemeen, mee-zee, geven-leven, verdedigen- beledigen

Slide 25 - Tekstslide

Halfrijm, assonantie
Halfrijm: ook assonantie of klinkerrijm genoemd, rijmsoort, waarbij alleen de klinkers, niet de medeklinkers rijmen. Bijv. in het Lied van de twee coninghskinderen rijmt lief op ondiep,

Slide 26 - Tekstslide

Assonantie
 Pas op! Het gaat erom hoe de woorden worden uitgesproken niet, hoe ze worden geschreven.
Geen assonantie is dus: stad en praten, want de klanken zijn anders 

Slide 27 - Tekstslide

Halfrijm, alliteratie
Alliteratie is halfrijm waarbij enkel de beginmedeklinker(s) rijmen
Voorbeeld: wordt-wakker, die droge dag, 'heerlijk, helder, Heineken', bang in Bagdad, vrolijke vriendelijke vriend

Slide 28 - Tekstslide

Klank: soort rijm
Mannelijk rijm: de laatste lettergreep is beklemtoond: 
kwast, gast, mast, tast
Vrouwelijk rijm: bij vrouwelijk rijm rijmen de twee laatste lettergrepen, met de klemtoon op de op-een-na-laatste lettergreep, zoals bij ‘kopen’ en ‘slopen’.
Glijdend rijm: de laatste twee lettergrepen zijn onbeklemtoond. Kinderen, hinderen, zinderen

Slide 29 - Tekstslide

Rijmschema's

Slide 30 - Tekstslide

Eindrijm: staand of slagrijm = rijmschema aaaa

Slide 31 - Tekstslide

Staand of slagrijm: aaaa

Slide 32 - Tekstslide

Eindrijm: rijmschema, gepaard rijm, aabb

Als er gepaard wordt gerijmd in een gedicht, dan rijmen de regels opvolgend. De eerste regel rijmt op de tweede regel, en de derde regel rijmt op de vierde regel. Dit rijmschema is van alle rijmschema’s (samen met of na slagrijm) misschien wel het meest eenvoudige. Beginnende dichters kiezen meestal voor dit schema, en ook veel sinterklaas- en kerstgedichtjes zijn hierop gebaseerd.

Slide 33 - Tekstslide

Eindrijm: gekruist rijm, abab

Bij ‘gekruist rijm’ rijmen de versregels om en om. Gekruist rijm is net als gepaard rijm een overzichtelijke manier van rijmen en leest ook makkelijk(er) voor een minder geoefende lezer van gedichten.

Slide 34 - Tekstslide

Voorbeeld gekruist rijm
Nog in die bolle buik
Deed jij gelijk je eigen zegje
Vond jij het keizerlijke luik
En nam dus niet het normale wegje
*****
Een langgekoesterde wens
Voor ons wel heel bijzonder
Naar jou, een heel klein mens
Anouk, je bent een wonder!
*****




Slide 35 - Tekstslide

Opdrachten voor in periodeschrift
Opdracht 1: Welk gebouw of voertuig in Rotterdam verdient een quote of een gedicht? Schrijf op welke quote en waarom
Opdracht 2: Bedenk een definitie van poëzie zonder moeilijke woorden en schrijf deze op
Opdracht 3: Schrijf een klankgedicht en gebruik een wit vel in je periodeschrift
Opdracht 4: Zoek een gedicht op van Remco Campert of Jules Deelder en schrijf deze uit in je periodeschrift. Schrijf ook op waarom je voor dit gedicht hebt gekozen (je kunt de kenmerken van poëzie erbij halen, je kunt ook zeggen welke gedachten, beelden en of emoties het oproept)

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht voor in je periodeschrift
Maak een gedicht van 8 regels met een sterke stemming erin. Gebruik natuurelementen (zon, wolken, regen, wind......et cetera) in combinatie met je gevoelens (blij, verdrietig, verliefd, eenzaam, depressief et cetera)
Gebruik het rijmschema: gekruist rijm en zorg dat er volrijm en halfrijm (assonantie en alliteratie) in zit

Slide 37 - Tekstslide

Welke soorten rijm
zijn er?

Slide 38 - Woordweb

Welke rijmschema's zijn er en hoe heten deze?

Slide 39 - Open vraag

Opdrachten voor in periodeschrift
Opdracht 1: Welk gebouw of voertuig in Rotterdam verdient een quote of een gedicht? Schrijf op welke quote en waarom
Opdracht 2: Bedenk een definitie van poëzie zonder moeilijke woorden en schrijf deze op
Opdracht 3: Schrijf een klankgedicht en gebruik een wit vel in je periodeschrift
Opdracht 4: Zoek een gedicht op van Remco Campert of Jules Deelder en schrijf deze uit in je periodeschrift. Schrijf ook op waarom je voor dit gedicht hebt gekozen (je kunt de kenmerken van poëzie erbij halen, je kunt ook zeggen welke gedachten, beelden en of emoties het oproept)

Slide 40 - Tekstslide