Het Grieks

Even opfrissen

Met de hulp van Herakles!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Even opfrissen

Met de hulp van Herakles!

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn naamvallen ook alweer?

Slide 2 - Open vraag

Naamvallen
  •  1 woord heeft dus 8 verschillende uitgangen
  • (enkelvoud en meervoud x nom, gen, dat en acc)
  • woordvolgorde geeft dus NIET aan of een woord onderwerp is of lijdend voorwerp 

Slide 3 - Tekstslide

onderwerp
bijvoeglijke bepaling 
lijdend voorwerp 
meewerkend voorwerp

ὁ δουλος
του δουλου
τῳ δουλῳ
τον δουλον

Slide 4 - Sleepvraag

onderwerp
bijvoeglijke bepaling 
lijdend voorwerp 
meewerkend voorwerp

το θηριον
του θηριου
τῳ θηριῳ
το θηριον
τα θηρια
των θηριων
τοις θηριοις
τα θηρια

Slide 5 - Sleepvraag

Naamvallen in de praktijk!


(voorbeelden komen uit tekst 4a)

Slide 6 - Tekstslide

Ὁ Ἡρακλῆς καὶ Ἰόλαος φίλοι εἰσίν.
Onderwerp in de zin is?
A
Ὁ Ἡρακλῆς
B
Ἰόλαος
C
Ὁ Ἡρακλῆς καὶ Ἰόλαος
D
φίλοι

Slide 7 - Quizvraag

Ὁ Ἡρακλῆς καὶ Ἰόλαος φίλοι εἰσίν.
Naamwoordelijk deel van het gezegde in de zin is?
A
Ὁ Ἡρακλῆς
B
Ἰόλαος
C
Ὁ Ἡρακλῆς καὶ Ἰόλαος
D
φίλοι

Slide 8 - Quizvraag

Welke twee functies kan een nominativus dus hebben?

Slide 9 - Open vraag

Οἱ φίλοι εἰς Λέρναν βαίνουσιν·
Onderwerp in de zin is?
A
Οἱ φίλοι
B
εἰς
C
Λέρναν
D
βαίνουσιν

Slide 10 - Quizvraag

Οἱ φίλοι εἰς Λέρναν βαίνουσιν·
Lijdend voorwerp in de zin is?
A
βαίνουσιν
B
εἰς
C
Λέρναν
D
geen lijdend voorwerp

Slide 11 - Quizvraag

Οἱ φίλοι εἰς Λέρναν βαίνουσιν·
Waarom staat Λέρναν dan in een acc?
A
lijdend voorwerp
B
vanwege εἰς
C
Λέρναν is altijd acc
D
vanwege βαίνουσιν

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn dus de twee redenen waarom een accusativus gebruikt kan worden?

Slide 13 - Open vraag

ἐνταῦθα μεγάλη ὕδρα οἰκεῖ.
Wat is het bijvoeglijke naamwoord in deze zin?
A
ἐνταῦθα
B
μεγάλη
C
ὕδρα
D
οἰκεῖ

Slide 14 - Quizvraag

Ἡ δ’ ὕδρα θηρίον δεινόν ἐστιν.
Onderwerp in de zin is?
A
ὕδρα
B
δεινόν
C
ἐστιν

Slide 15 - Quizvraag

Ἡ δ’ ὕδρα θηρίον δεινόν ἐστιν.
δεινόν is een bijvoeglijk naamwoord bij?
A
ὕδρα
B
θηρίον

Slide 16 - Quizvraag

Ἡ δ’ ὕδρα θηρίον δεινόν ἐστιν.
ἐστιν is?
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 17 - Quizvraag

Τὸ δὲ δεινὸν θηρίον φοβεῖ τοὺς ἐπιχωρίους·
Onderwerp in de zin?
A
Τὸ δεινὸν θηρίον
B
θηρίον
C
φοβεῖ
D
τοὺς ἐπιχωρίους

Slide 18 - Quizvraag

Τὸ δὲ δεινὸν θηρίον φοβεῖ τοὺς ἐπιχωρίους·
Lijdend voorwerp in de zin?
A
Τὸ δεινὸν θηρίον
B
θηρίον
C
φοβεῖ
D
τοὺς ἐπιχωρίους

Slide 19 - Quizvraag

Τὸ δὲ δεινὸν θηρίον φοβεῖ τοὺς ἐπιχωρίους·
Τὸ θηρίον is:
A
nom ev ma
B
acc ev ma
C
acc ev onz
D
nom ev onz

Slide 20 - Quizvraag

Τὸ δὲ δεινὸν θηρίον φοβεῖ τοὺς ἐπιχωρίους·
δεινὸν is:
A
nom ev ma
B
acc ev ma
C
acc ev onz
D
nom ev onz

Slide 21 - Quizvraag

Τὸ δεινὸν θηρίον 
Een bijvoeglijk naamwoord is dus hetzelfde als het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort in
- naamval
-getal
-geslacht

Slide 22 - Tekstslide

Vertalen
Les 4B

Slide 23 - Tekstslide

Maak een foto van je schrift om de vertaling van 4B in te leveren ter controle

Slide 24 - Open vraag