formatieve toets regeling 4h

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Neurale regulatie

Heeft een natuurkundig en scheikundig karakter

Heeft te maken met verschillen in lading en ionconcentraties

Impulsgeleiding

Verloopt sprongsgewijs dankzij de myelineschede.

Verloopt op deze manier wel 50x zo snel.

Impulsgeleiding

Bij -50mV is de drempelwaarde bereikt en ontstaat een impuls.

Het verschil in lading gaat door tot +35mV

Dit is het begin van de actiefase

Actiepotentiaal

Impulssterkte en -frequentie

Omzetting van prikkel naar impuls is een alles-of-nietsprincipe.

Als er onvoldoende Na+ kanalen open gaan wordt de drempelwaarde (-50mV) niet gehaald.

De drempelwaarde noemen we de prikkeldrempel

Impulsgeleiding

Impulsgeleiding

Na de actiefase (de piek tot +35mV) 

gaan de Kaliumkanalen open.

Kalium gaat de cel uit en hierdoor 

wordt de lading weer negatief.

Het verschil loopt op tot iets onder de -70mV.

Impulsgeleiding

Het impuls kan maar één kant op worden geleid.

Dit heeft te maken met de herstelfase

Zou je de zenuw direct kunnen prikkelen dan loopt het impuls beide kanten op.

www.bioplek.org

Impulssterkte en -frequentie

De grootte van de verandering in elektrische 

lading van het celmembraan is voor alle 

zenuwcellen gelijk. Dit is de impulssterkte.

De frequentie kan wel variëren afhankelijk 

van de sterkte van de prikkel. 

Verstoringen in impulsoverdracht

Impulsgeleiding

Voor een impuls aankomt bij een zenuwcel, 

verkeerd de zenuwcel in rust.



Als een prikkel aankomt bij de zenuwcel dan veranderd 

de doorlaatbaarheid van het celmembraan op die plek. 

De natriumkanalen gaan open en natrium gaat de cel in. 

Het cytoplasma krijgt een positievere lading 

De rustpotentiaal

Als een zenuwcel geen impuls geleidt dan heeft het cytoplasma een negatieve lading  ten opzichte van de buitenkant van de cel. 

Dit verschil is -70mV en noemen we de rustpotentiaal

Het verschil in lading tussen binnen en buiten de cel wordt veroorzaakt door verschil in ionenconcentraties (natrium en kalium).

Impulsgeleiding

Tijdens de herstelfase sluiten de natrium- 

en kaliumkanalen weer.

De natriumkaliumpomp zorgt er voor dat 

natrium de cel weer uit gaat en kalium de 

cel weer in. 

De elektrische lading herstelt tot -70mV

Neurotransmitters en impulsoverdracht

De impulsoverdracht van zenuwcel naar zenuw-, spier- of kliercel gebeurt met neurotransmitters.

Deze neurotransmitters worden losgelaten in de synaptische spleet waarna zij zich binden aan recepteren van de doelwitcel en daar de Na+ kanalen open gaan.

Wat is de (biologische) term voor de hormonale regeling zoals die door de pijlen 1 en 2 in bron 1 wordt aangegeven?

HT = hypothalamus
H = hypofyse
S = schildklier

1. Positieve feedback
2. Negatieve feedback
3. Regeling
4. Doorstroming

Een goede beschrijving voor een reflex is ...

1. zintuig - ruggenmerg - hersenen - zenuw - spier
2. zintuig - zenuw - ruggenmerg - zenuw - spier
3. zintuig - zenuw -ruggenmerg - hersenen - spier
4. zintuig - ruggenmerg - zenuw - spier

Dit is een ...

1. Bewegingszenuwcel
2. Gevoelszenuwcel
3. Schakelcel
4. Zenuw

Hoe reageert je lichaam op een prikkel?

1. prikkel-bericht-hersenen-reactie
2. prikkel-reactie
3. prikkel-bericht-zenuw-hersenen-bericht-zenuw-reactie
4. reactie-prikkel-zenuw-hersenen

Dit is een ...

1. Bewegingszenuwcel
2. Gevoelszenuwcel
3. Schakelcel
4. Zenuw

Dit is een ...

1. Bewegingszenuwcel
2. Gevoelszenuwcel
3. Schakelcel
4. Zenuw

Wat is de goede volgorde?

1. impulsen gaan via de zenuw naar de hersenen
2. prikkels gaan via de hersenen naar de zenuw
3. de zenuw gaat via impulsen naar de hersenen
4. de hersenen ontvangen prikkels via de zenuw

Vanuit je gehoororgaan loopt de gehoorzenuw naar het centrale zenuwstelsel.
Wat voor zenuw is de gehoorzenuw?

1. een bewegingszenuw
2. een gevoelszenuw
3. een gemengde zenuw

Een zenuw is een bundel van lange uitlopers van zenuwcellen.

1. Juist
2. Onjuist

Over welk soort zenuw gaat de impuls?
(van hersenen naar oog)

1. gevoelszenuw
2. bewegingszenuw

Over welk soort zenuw gaat de prikkel?
(van oog naar hersenen)

1. gevoelszenuw
2. bewegingszenuw

De zenuw in de carpale tunnel in de hand is een gemengde zenuw.
Geleidt deze zenuw impulsen naar de vingers toe? En geleidt deze zenuw impulsen vanuit de vingers in de richting van de pols?

1. beide
2. alleen naar de vingers toe
3. alleen vanuit de vingers in de richting van de pols.

Wat is een impuls

1. een elektrisch signaaltje door een zenuw
2. een verandering in de omgeving
3. een verandering in de omgeving die je kunt waarnemen
4. een elektrisch signaaltje door de zenuw die je kunt waarnemen

Wat is de functie van de bindweefsellaag om een zenuw?

1. de uitlopers van elkaar isoleren
2. impulsen geleiden van en naar het cellichaam
3. zorgen voor een bescherming van de zenuw

De met rabiës besmette hond beet één van de kinderen in een arm. Het virus kwam in een armspier terecht en verplaatste zich via uitlopers in een gemengde zenuw naar het centraal zenuwstelsel.
Waar in het centraal zenuwstelsel komt het virus dan als eerste terecht?

1. in de grote hersenen
2. in de kleine hersenen
3. in de hersenstam
4. in het ruggenmerg

Anna zegt dat alleen in een gemengde zenuw de uitlopers omgeven zijn door een isolerend laagje.
Emina zegt dat bewegingszenuwen alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen bevatten.

1. Alleen Anna heeft gelijk
2. Alleen Emina heeft gelijk
3. Beide hebben ze gelijk
4. Geen van beide gelijk

Stel dat de zenuw op plek 2 onderbroken wordt. Wat kan hiervan het gevolg zijn?

1. geen gevoel meer in de linker arm
2. een deel van de spieren in de linker arm is verlamd
3. geen gevoel meer in de rechterarm
4. een deel van de spieren in de rechter arm is verlamd

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit 2 delen: parasympatisch en orthosympatisch.

Zit er in elk orgaan vanuit elk deel een zenuw?

1. ja
2. nee

Je hoort leuke muziek. Hiervan ben je je bewust op moment dat ...

1. je gehoorzintuig de prikkel waarneemt
2. je gehoorzintuig de prikkel omzet in impulsen
3. de impulsen over de zenuw naar de hersenen gaan
4. de impulsen door de hersenen zijn verwerkt

Wat bevindt zich in de schors van de grote hersenen?

1. Uitlopers van zenuwcellen
2. Cellichamen van zenuwcellen
3. Gevoelszenuwcellen
4. Bewegingszenuwcellen

Van welke typen zenuwcellen bevinden zich uitlopers in deel 6?

1. bewegingszenuwcellen
2. gevoelszenuwcellen
3. bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen

Dendrieten geven in zenuwcellen het signaal van het cellichaam door naar de synaps

1. Waar
2. Niet waar

drempelwaarde- actiepotentiaal

Welk woord hoort het meest bij impulsgeleiding?

1. actiepotentiaal
2. acetylcholine
3. neurotransmitter
4. postsynaptisch membraan

Wat is de drempelwaarde van een actiepotentiaal van een neuron?

1. +35 mV
2. -55mV
3. -70 mV
4. -80 mV

Neurotransmitters zorgen ervoor dat een actiepotentiaal wordt doorgegeven van de ene naar de andere zenuwcel

1. juist
2. onjuist

Hormonen

Hormonen zijn:

1. Regelstoffen
2. Voedingsbestanddelen
3. Geslachtskenmerken
4. hormoonklieren

Suikerziekte
Iemand met suikerziekte heeft hormonen nodig. Deze hormonen worden in het bloed ingespoten. Zulke hormonen kunnen niet als pillen worden ingenomen. Dan zouden ze in de maag worden afgebroken.

Welke uitspraak over deze hormonen is juist

1. Deze hormonen zijn eiwitten
2. Deze hormonen zijn koolhydraten
3. Deze hormonen zijn vetten
4. Deze hormonen zijn vitaminen

Cellen in de alvleesklier 

die hormonen maken

Stoffen in het bloed die de werking van bepaalde organen regelen

Hormoon dat in de 

bijnieren wordt gemaakt

Klieren die adrenaline maken

Orgaanstelsel in het lichaam dat uit een aantal hormoonklieren bestaat

eilandjes van Langerhans

hormonen

adrenaline

hormoonstelsel

bijnieren

De menstruatie wordt geregeld door hormonen

1. Juist
2. Onjuist

Alle organen reageren altijd op hormonen

1. Juist
2. onjuist

Wat regelen je hormonen niet?

1. Slaap
2. Temperatuur
3. Bewegen
4. Voortplanting

De anticonceptiepleister of de ‘plakpil’ is een voorbehoedmiddel. In de pleister bevinden zich bepaalde hormonen die via de huid in het bloed worden opgenomen. Deze hormonen beïnvloeden de werking van de eierstokken.
De hormonen in de anticonceptiepleister beïnvloeden de werking van de eierstokken.
Welke andere hormonen beïnvloeden vooral de werking van de eierstokken?

1. hormonen uit de bijnier
2. hormonen uit de hypofyse
3. hormonen uit de schildklier
4. hormonen uit de alvleesklier

Waarom hebben hormoonklieren geen afvoerbuizen?

1. Hormonen worden rechtstreeks aan de cellen af gegeven
2. Hormonen worden aan het bloed af gegeven
3. Hormonen worden via zenuwbanen geleid
4. Ze hebben wel afvoerbuizen

klierzakje 

klierblaasje 

haarvaten

afvoerbuis

trosvormig

speeksel

hormonen

drempelwaarde- actiepotentiaal