H4 grammatica 2D

2D H4 Grammatica
Meewerkend voorwerp
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

2D H4 Grammatica
Meewerkend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het mv?
Het mv is vaak een persoon aan wie iets wordt gegeven of er  wordt verteld dat iets voor iemand is.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je het mv?
stel de vraag:
Aan /Voor wie/ wat+ gezegde+ onderwerp+ (lv)?

Slide 3 - Tekstslide

Let op:
  • Als een zinsdeel met aan of voor begint en het geeft een plaats / plek / locatie aan, dan is het GEEN meewerkend voorwerp.
  • Een onderwerp en een lijdend voorwerp kunnen NIET met een voorzetsel beginnen: aan, voor, tussen, op, over, in, achter, met, na

Slide 4 - Tekstslide

meewerkend voorwerp (mv)
Staat niet in elke zin!
Staat vaak in zinnen waarin ook een lv staat
Staat in zinnen waarin iets van de een naar de ander gaat

Slide 5 - Tekstslide

MV?


Steve Wildschut sms'te de conciërge de reden van haar afwezigheid. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

MV?


De assistente maakte voor de cliënt een nieuwe afspraak.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

In elke zin staat een lijdend voorwerp
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Als er geen meewerkend voorwerp is kan er wel een lijdend voorwerp zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het Meewerkend Voorwerp?

Bij het afscheid gaf hij haar een zoen.
A
haar
B
hij
C
een zoen
D
bij het afscheid

Slide 12 - Quizvraag

Ik gaf mijn beste vriend een mooi cadeau.
Het meewerkend voorwerp is:
A
Ik
B
mijn beste vriend
C
een mooi cadeau
D
gaf

Slide 13 - Quizvraag

Gaan jullie de burgemeester interviewen?

het meewerkend voorwerp is:
A
gaan interviewen
B
de burgemeester
C
geen meewerkend voorwerp
D
jullie

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

'Mijn oma appt mij het recept.'
A
Mijn oma
B
mij
C
het recept
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?
'De jongen schrijft een liefdesbrief aan zijn vriendin.'
A
De jongen
B
een liefdesbrief
C
aan zijn vriendin
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 16 - Quizvraag

mv in deze zin is?
Zal ik voor jou ook een eitje bakken?
A
een eitje
B
jou
C
voor jou
D
geen mv

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het mv?
Alle aanwezigen zongen voor de jarige een vrolijk welkomstlied.
A
voor de jarige
B
de jarige
C
alle aanwezigen
D
een vrolijk welkomstlied

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Aan de slag

Slide 21 - Tekstslide