Over Taal - trappen van vergelijking en tegenstellingen

IN DEZE LES
  1.  Voorkennis: kun je voorbeelden noemen van tegenstellingen?
  2. Uitleg: tegenstellingen en trappen van vergelijking
  3. Zelfstandig aan de slag:
    - opdracht 24, 25, 26, 27 en 29 (blz. 112, 113, 115 en 116)
  4.  Afsluiten: tegenstellingen en trappen van vergelijking.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

IN DEZE LES
  1.  Voorkennis: kun je voorbeelden noemen van tegenstellingen?
  2. Uitleg: tegenstellingen en trappen van vergelijking
  3. Zelfstandig aan de slag:
    - opdracht 24, 25, 26, 27 en 29 (blz. 112, 113, 115 en 116)
  4.  Afsluiten: tegenstellingen en trappen van vergelijking.

Slide 1 - Tekstslide

DOELEN VAN VANDAAG
  1.  Aan het einde van de les kun je de betekenis geven van de woorden uit opdracht 24 tot en met 26.
  2.  Aan het einde van de les kun je de betekenis van woorden vinden door te letten op tegenstellingen.
  3. Aan het einde van de les kun je trappen van vergelijking maken.

Slide 2 - Tekstslide

tegenstelling

Slide 3 - Woordweb

Maak zelf een trap van vergelijking.

Slide 4 - Open vraag

Tegenstellingen
Wanneer je een woord niet begrijpt in een tekst, kun je verder of terug lezen om het tegenovergestelde van dat woord te vinden.

arm - rijk
actief - passief
daarna - daarvoor
gekreukeld - gestreken

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het tegenovergestelde van fijn?
A
saai
B
grof
C
onhandig
D
dof

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van het woord nodig?

Slide 7 - Open vraag

Trappen van vergelijking
Je maakt zo'n rijtje door -er en -st achter het eerste woord te schrijven. 
laag - lager - laagst
scheel - scheler - scheelst
rood - roder - roodst

Slide 8 - Tekstslide

Wat moet er op de puntjes staan?
kwaad - ........... - kwaadst
A
kwaader
B
kwadder
C
kwader
D
kwaadder

Slide 9 - Quizvraag

Vul aan: groot - ................ - ............... .

Slide 10 - Open vraag