Les 14 VWO 3 betrouwbaarheid teksten hftst 4 en bijvg naamwoord plus overtreffende trap

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Op tafel:  
huiswerk, oefenboek Kern
map,  pen/potlood
laptop

In STILTE lezen

Slide 2 - Tekstslide

Agenda 

1. Lezen
2. Bijv. naamwoord + overtreffende trap
3. Herhalen stof argumenten en meningen
4. Framing
5. Numo 



Slide 3 - Tekstslide

Beoordelingselement 1: (Grote) toets

1. Schrijven  
2. Kern handboek Taalgebruik Hoofdstuk 1 t/m 5 + 7, Taal en cultuur hoofdstuk 11 (redeneren), 13 (Betrouwbaarheid van teksten), 14 (framing)
3. Kern oefenboek hst 1A, B, C, (G) + hst 4A, B, C, (G)


Beoordelingselement 2: 
Boek lezen als project (met andere docent) in groepen met opdrachten
Beoordelingselement 3:
Numo
Leerplan spelling (3F) AF

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Op de rots lagen twee ... (zonnebaden) hagedissen.
A
zonnebadend
B
zonnebad
C
zonnebadende
D
zonnebadene

Slide 6 - Quizvraag

Ik ben het ... (blij) met smakelijke cadeaus.
A
blijst
B
meest blij
C
blijest
D
meer blij

Slide 7 - Quizvraag

Het ... (bakken) brood zit in de oven.
A
bakte
B
gebakte
C
bakkende
D
gebakken

Slide 8 - Quizvraag

De ... (werpen) discus schoot door de lucht.
A
werpende
B
werpte
C
geworpen
D
worpte

Slide 9 - Quizvraag

Het karretje werd weer in elkaar gezet door de ... (beunen) techneuten.
A
beunende
B
gebeunde
C
beunend
D
gebeund

Slide 10 - Quizvraag

Trappen van vergelijking

Slide 11 - Tekstslide

Ik ben het ... (blij) met smakelijke cadeaus.
A
blijst
B
meest blij
C
blijest
D
meer blij

Slide 12 - Quizvraag

De overtreffende trap van weinig is:
A
weinig
B
weiniger
C
weinigen
D
minst

Slide 13 - Quizvraag

De stellende trap van veel is:
A
veel
B
meer
C
meest

Slide 14 - Quizvraag

De vergrotende trap van goed is:
A
goed
B
goeder
C
beter
D
best

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van ...?

lief
A
lief, liefer, liefst(e)
B
liefst(e), liever, lief
C
lief, liever, liefst(e)
D
liever, lief, liefst(e)

Slide 16 - Quizvraag

De trappen van vergelijking:
dwaas-dwazer-...
A
dwaasts
B
dwazerst
C
dwaast

Slide 17 - Quizvraag

Trappen van vergelijking:
vreemd - vreemder - .............
A
vreemdst
B
vreemst
C
meest vreemd

Slide 18 - Quizvraag

Aan het einde van deze les:

R: heb je geleerd hoe je teksten kunt controleren op betrouwbaarheid
T1/T2: heb je geoefend door een aantal teksten te bekijken en te beoordelen op betrouwbaarheid 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat vind jij van de invloed van influencers op jongeren? Formuleer een helder standpunt en minimaal één argument.

Slide 21 - Open vraag

Handboek

Betrouwbaarheid van teksten 

Lees blz. 68

Slide 22 - Tekstslide

Waar moet je op letten om te kijken of een tekst betrouwbaar is of niet?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Nakijken
Werkboek Hoofdstuk 4 Framing
p. 70 1 tm 8
Wat ging goed?
Wat vond je lastig?

Slide 25 - Tekstslide

Let op: 
er wordt gewerkt aan een terugkomuur als je niet op schema ligt!

Nu op Numo: 
leerplan 
werkwoord-spelling 

Slide 26 - Tekstslide