Diagnostische Vragen paragraaf 1.7 Fitheid BSM

• Lichamelijke opvoeding
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Enkele diagnostische vragen 

Schrijf je antwoord op een blaadje ajb?

1. Wat is ATP?

Antwoord vraag 1

ATP = adenosine-tri-fosfaat (1), een chemische verbinding die mechanische energie kan leveren (beweging) (2). Ligt opgeslagen in de spiercellen. (1)

Vraag 2

Hoeveel ATP hebben wij in onze spiercellen tot onze beschikking? Oftewel … Hoe lang kunnen wij maximale belasting (bijvoorbeeld een sprint) leveren met onze voorraad ATP?

Antwoord vraag 2

Enkele seconden

3. Wat is fitheid?

Antwoord vraag 3:

Fitheid is het algemene vermogen om lichamelijke prestaties te leveren in verschillende grondmotorische eigenschappen.

Vraag 4

Noem de verschillende grondmotorische eigenschappen: 

Antwoord vraag 4

coördinatie, lenigheid, uithoudingsvermogen, kracht en snelheid.

CLUKS

Vraag 5:

Noem de energiesystemen en noem een sport(onderdeel) bij ieder energiesysteem waarvoor dat energiesysteem de belangrijkste energieleverancier is.

Antwoord vraag 5:

(creatine)fosfaatsysteem: sprint 100m

anaerobe systeem: 1500m schaatsen

aerobe systeem (zuurstoftransportsysteem): marathon lopen

6. Noem van de trainingsprincipes de drie die de basisprincipes vormen.

1. Overload, opklimmende belasting en specificiteit
2. Overload, homeostase en specificiteit
3. Overload, optimaal herstel en opklimmende belasting
4. Opklimmende belasting, Specificiteit, Verminderde meeropbrengst

Vraag 6

Wat is overload?

Wat is opklimmende belasting?

Wat is specificiteit?

Vraag 7

Teken een grafiek waarin je laat zien wat er met je prestatievermogen gebeurt als je gaat trainen.

Geef aan waar in de grafiek de vier fasen van training te zien zijn en geef een toelichting. 

Vraag 8

Welke spiergroepen zijn dominant bij de oefeningen van vandaag?

• Deadlift
• Bench Press
• Military Press
• Inverted Row