Plinius dagindeling

p.132 Plinius´dagindeling in de zomer
brief 9.36
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

p.132 Plinius´dagindeling in de zomer
brief 9.36

Slide 1 - Tekstslide

inde quod interdiu, 
quibus horis te visere solebam, 
ad diaetam tuam ipsi me, 
ut verissime dicitur, 
pedes ducunt; 
quod denique aeger et maestus ac similis excluso
 a vacuo limine 
recedo

timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide


inde quod interdiu,
quibus horis te visere solebam,

ad diaetam tuam ipsi me,
ut verissime dicitur,
pedes ducunt;
quod denique 
aeger 
et maestus 
ac similis excluso
 a vacuo limine
 recedo


vandaar dat overdag
op die uren waarop ik gewoon was jou te bezoeken
naar jouw drempel vanzelf mij
zoals zeer waar wordt gezegd
voeten leiden [mij];
(vandaar) dat ik tenslotte
ziek
en bedroefd
en gelijk aan iemand die is buitengesloten
van een lege kamer
 terugga

Slide 3 - Tekstslide

Unum tempus his tormentis caret, 
quo in foro et amicorum litibus conteror. 
Aestima tu, quae vita mea sit, 
cui requies in labore [sit],
in miseria curisque solacium [sit]. 
Vale.

timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide



Unum tempus his tormentis caret,
quo in foro et amicorum litibus conteror.

Aestima tu, 
quae vita mea sit,
cui requies in labore [sit],
in miseria curisque solacium [sit].
Vale.



Eén tijdstip heeft deze kwellingen niet
wanneer op het forum en van vrienden met rechtszaken ik me bemoei
Beoordeel jij
wat mijn leven is / wat voor leven ik heb
voor wie rust (gelegen) is in werk
in narigheid en zorgen troost is 
Gegroet.

Slide 5 - Tekstslide

Haal de 7 fouten uit de vertaling van r.1-9
Gaius Plinius groet zijn vriend Fuscus 1 Je vraagt, hoe ik in Etrurië mijn zomerdag indeel. Ik word wakker, wanneer ik dat (graag) wil [lett. wilde], meestal rond(om) het eerste uur, dikwijls eerder, zelden later. De vensters blijven gesloten; want op wonderbaarlijke wijze volg ik , van de stilte en duisternis afgesloten door de dingen die de aandacht afleiden, en vrij en aan 5 mijzelf overgelaten, [volg ik] met mijn geest niet mijn ogen, maar met mijn ogen mijn geest, (mijn ogen) die hetzelfde zien dat mijn geest ziet, zo vaak als ze geen andere dingen zien. Ik denk erover na, als ik iets onder handen heb, ik denk erover na gelijkend op iemand die woord voor woord schrijft en verbetert, nu eens weinig dan weer veel, al naar gelang ze of moeilijk of makkelijk konden uitwerken of onthouden. Ik roep mijn secretaris en, hij laat de dag toe, 10 dicteer ik wat ik uitgedacht had; hij gaat weg en wordt weer teruggeroepen en wordt weer weggestuurd.
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

De goede vertaling
Gaius Plinius groet zijn vriend Fuscus 1 Je vraagt, hoe ik in Etrurië mijn dag in de zomer indeel. Ik word wakker, wanneer ik dat (graag) wil, meestal rond(om) het eerste uur, dikwijls eerder, zelden later. De vensters blijven gesloten; want op wonderbaarlijke wijze [volg ik], door de stilte en duisternis afgesloten van de dingen die de aandacht afleiden, en vrij en aan 5 mijzelf overgelaten, [volg ik] met mijn geest niet mijn ogen, maar met mijn ogen mijn geest, (mijn ogen) die hetzelfde zien dat mijn geest ziet, zo vaak als ze geen andere dingen zien. Ik denk erover na, als ik iets onder handen heb, ik denk erover na gelijkend op iemand die woord voor woord schrijft en verbetert, nu eens minder, dan weer meer, al naar gelang ze of moeilijk of makkelijk konden worden uitgewerkt of onthouden. Ik roep mijn secretaris en, nadat het daglicht is toegelaten, 10 dicteer ik wat ik uitgedacht had; hij gaat weg en wordt weer teruggeroepen en wordt weer weggestuurd

Slide 7 - Tekstslide

r. 1 disponam: verklaar de modus en het gebruik

Slide 8 - Tekstslide

r. 1 disponam: verklaar de modus en het gebruik

coniunctivus indirecte / afhankelijke vraagzin (zie p.265)

Slide 9 - Tekstslide

Welke 3 stijlfiguren zie je in regel 2? Geef de bijbehorende tekstelementen.

Slide 10 - Tekstslide

Welke 3 stijlfiguren zie je in regel 2? Geef de bijbehorende tekstelementen
antithese 2x saepe <> raro / ante <> tardius
chiasme saepe ante, tardius raro
asyndeton [geen voegwoorden maar komma in chiasme]

Slide 11 - Tekstslide

Welke 4 stijlfiguren zie je in regel 4 ?

Slide 12 - Tekstslide

1. Welk stijlfiguren zie je in regel 4?
trikolon (abductus, liber, relictus ; ook polysyndeton
chiasme [qua woordbetekenis] en parallellie [qua naamval]: oculus animo animum oculis

Slide 13 - Tekstslide

1. Welk stijlfiguren zie je in regel 4?
trikolon (abductus, liber, relictus ; ook polysyndeton
chiasme [qua woordbetekenis] en parallellie [qua naamval]: oculus animo animum oculis

Slide 14 - Tekstslide

1. Welke 4 stijlfiguren zie je in
regel 8-9 abit rursusque revocatur rursusque dimittitur?
Geef ook de bijbehorende tekstelementen.


Slide 15 - Tekstslide

1. Welke 4 stijlfiguren zie je in
regel 8-9 abit rursusque revocatur rursusque dimittitur?
Geef ook de bijbehorende tekstelementen.
trikolon (abit, revocatur, dimittitur); ook polysyndeton (-que 2x)
antithese (revocatur <> dimittitur) en anafoor (rursus)

Slide 16 - Tekstslide





r.9-15 epistula 9.36


Slide 17 - Tekstslide


1 Ubi hora quarta vel quinta 

(neque enim certum dimensumque tempus), 

ut dies suasit, 

in xystum me vel cryptoporticum confero, 

reliqua meditor et dicto. 

Vehiculum ascendo. 





Zodra het het vierde of vijfde uur is 

(want mijn tijd is/ligt niet vast en afgemeten), 

zoals het weer het aanraadde,

 begeef ik mij naar het terras of de cryptoporticus 
 denk na over de rest / overige dingen en dicteer (het/deze).
Ik klim op een wagen.

Slide 18 - Tekstslide



Ibi quoque idem, 

quod ambulans aut iacens; 

durat intentio mutatione ipsa refecta. 

Paulum redormio, 

dein ambulo, 


Ook daar doe ik hetzelfde 

als wat ik al wandelend of liggend doe; 

mijn concentratie blijft, verfrist juist door de afwisseling. 
Ik ga opnieuw een beetje slapen, 

daarna wandel ik,

Slide 19 - Tekstslide


mox orationem Graecam Latinamve

 clare et intente 

non tam vocis causa, 

quam stomachi, lego; 

pariter tamen et illa firmatur.
 
Iterum ambulo, ungor, exerceor, lavor.



snel daarna lees ik een Griekse of Latijnse redevoering, 
luid en aandachtig 

niet zozeer vanwege mijn stem, 

als vanwege mijn spijsvertering [lees ik] ;

 evenzeer/tegelijkertijd wordt echter ook die versterkt. 
Opnieuw wandel ik, laat ik me met olie insmeren, doe lichaamsoefeningen, neem een bad.

Slide 20 - Tekstslide

Het diner & de avond

Vertaal zelf met behulp van je woordenboek r15-25 [=huiswerk].
Succes ! :-)

Slide 21 - Tekstslide