Tijdrekening bij de Romeinen
Zowel de dag als de nacht werden elk ingedeeld in 12 gelijke, maar van dag tot dag in lengte variërende horae (uren), die te beginnen met zonsopgang resp. zonsondergang aangeduid werden als hora prima, secunda, tertia enz. tot en met duodecima. Deze horae hadden dus slechts tweemaal per jaar, bij de dag-en-nachtevening, alle een duur van 60 moderne minuten; bij de winterzonnewende telde een hora overdag slechts ca. 44,5 en 's nachts ca. 75,5 moderne minuten, bij de zomerzonnewende was het precies omgekeerd. De Romeinen kenden nog geen minuten en seconden. Het dagelijkse leven was in het antieke Rome nooit - evenmin als trouwens vrijwel overal in Europa tot ver in de 19.e eeuw - onderworpen aan de mathematische nauwkeurigheid die tegenwoordig heerst. Het gebruik van zonnewijzers (horologia) en wateruurwerken (clepsydrae) sinds de 2e eeuw vC bracht hierin nauwelijks verandering.