week 40 - uitleg wederkerend en wederkerig vnw.

Lesprogramma
  • MDT
  • Lesdoel
  • Gisteren behandeld
  • Uitleg
  • Zelf aan de slag
  • Voor de volgende les
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesprogramma
  • MDT
  • Lesdoel
  • Gisteren behandeld
  • Uitleg
  • Zelf aan de slag
  • Voor de volgende les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je wat het wederkerend en wederkerig voornaamwoord zijn en kan je deze uit een zin halen.

Slide 2 - Tekstslide

Later wordt mijn broer tandarts.

wordt: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 3 - Quizvraag

Zij zou naar school komen vandaag.

zou: hww, zww of kww?
A
HWW
B
ZWW
C
KWW

Slide 4 - Quizvraag

Herhaling
Benoem de volgende woordsoorten uit de onderstaande zin:

Op de Domtoren in Utrecht heb je een prachtig uitzicht.
       lw – znw – bnw – vz – zww – hww – pers. vnw

timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling
Op de Domtoren in Utrecht heb je een prachtig uitzicht.

Op = vz
De = lw
Domtoren = znw
In = vz
Utrecht = znw
Heb = zww
Je = pers. vnw
Een = lw
Prachtig = bnw
Uitzicht = znw

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg voornaamwoorden
Wederkerend voornaamwoord (wederkerend vnw)
  • Komt alleen voor in combinatie met een wederkerend werkwoord.
        Zich aanpassen, zich wassen, zich omkleden

Jij kleed je wel heel vaak om.

Haar broer past zich aan.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg voornaamwoorden
Wederkerig voornaamwoord (wederkerig vnw)
  • Verwijst naar meerdere personen;
  • Er is er maar één: elkaar

Zij hebben elkaar al een hele tijd niet gezien.

Slide 8 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?
Maak alle opdrachten in jouw leerroute van H1 grammatica woordsoorten.

Hoe?
Overleg zachtjes en steek je hand op als je een vraag hebt.

Klaar?
Ga naar www.cambiumned.nl om verder te oefenen of ga bezig met een ander vak.

Slide 9 - Tekstslide

In hoeverre kan jij een wederkerend of wederkerig voornaamwoord uit een zin halen?
0100

Slide 10 - Poll

Voor de volgende les
Vrijdag 8 oktober
Alle opdrachten van H1 grammatica woordsoorten af.

Slide 11 - Tekstslide