Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Toptaal A1A2 30 juni
De woorden van
thema 17, taak 1 en 2 Scheidbare werkwoorden en afleidingen
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
MBO
Studiejaar 4
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De woorden van
thema 17, taak 1 en 2 Scheidbare werkwoorden en afleidingen
Slide 1 - Tekstslide
Je moet geen geld lenen aan die man. Hij is erg .........................
A
geschikt
B
onbetrouwbaar
C
boeiend
D
klantgericht
Slide 2 - Quizvraag
De KLM stelt stenge .................... aan de kleding van medewerkers.
A
versterken
B
functies
C
eisen
D
vacatures
Slide 3 - Quizvraag
Bibi kan goed omgaan ...................... dieren.
A
met
B
bij
C
over
D
van
Slide 4 - Quizvraag
We vinden de zomer.................... heel leuk! Zo kleurrijk en vrolijk.
A
functie
B
dienst
C
kwaliteit
D
mode
Slide 5 - Quizvraag
Het werk als vrachtwagenchauffeur is heel .........................
A
aannemen
B
beschikbaar
C
afwisselend
D
overleggen
Slide 6 - Quizvraag
bedrijven hebben veel moeite om ..................... personeel te vinden.
A
motivatie
B
functie-eisen
C
kwaliteit
D
geschikt
Slide 7 - Quizvraag
De vrachtwagens kunnen op deze parkeerplaats laden en ................
A
aannemen
B
lossen
C
behulpzaam
D
overnemen
Slide 8 - Quizvraag
We zitten op de boot naar .....................
A
England
B
Engeland
C
Engelsland
D
Engelland
Slide 9 - Quizvraag
Als je in de horeca werkt moet je ...................... zijn. Soms moet je overwerken.
A
overleg
B
fulltime
C
nauwkeurig
D
flexibel
Slide 10 - Quizvraag
Mijn zoon ..................... veel maar heeft nog geen leuke baan gevonden.
A
gaat om
B
solliciteert
C
versterkt
D
laadt
Slide 11 - Quizvraag
Sommige cursisten zijn heel .................... Ze maken altijd hun huiswerk.
A
ijverig
B
behulpzaam
C
beschikbaar
D
lui
Slide 12 - Quizvraag
Er zijn veel .......................... in de zorg. Ze kunnen moeilijk goed personeel vinden.
A
personeelszaken
B
magazijnen
C
vacatures
D
managers
Slide 13 - Quizvraag
Dictee
Slide 14 - Tekstslide
Schrijf op:
Slide 15 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 16 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 17 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 18 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 19 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 20 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 21 - Open vraag
Schrijf op:
Slide 22 - Open vraag
Scheidbare werkwoorden
Slide 23 - Tekstslide
Ik heb mijn dochter ................
A
ingeschrijfd
B
ingeschreven
C
ingeschreefd
Slide 24 - Quizvraag
Heb je daar goed over .................?
A
nagedacht
B
genadenkt
C
nagedenkt
Slide 25 - Quizvraag
Wie heeft de boeken ....................?
A
meegeneemt
B
meegenomen
C
meegenemen
Slide 26 - Quizvraag
Mijn zoon heeft zelf zijn jasje .................
A
aangetrokt
B
aangetrekt
C
aangetrokken
Slide 27 - Quizvraag
Jullie hebben de deur niet ...............
A
dichtdoen
B
dichtgedoen
C
dichtgedaan
Slide 28 - Quizvraag
Zet in de perfectum:
Mijn oma neemt haar pillen in.
Slide 29 - Open vraag
Zet in de perfectum:
Waarom geef je al je geld uit?
Slide 30 - Open vraag
Zet in de perfectum:
Julia krijgt haar ring terug.
Slide 31 - Open vraag
Zet in de perfectum:
Schrijf je de regels op?
Slide 32 - Open vraag
Zet in de perfectum:
Boris brengt een bos bloemen mee.
Slide 33 - Open vraag
Afleidingen
Slide 34 - Tekstslide
Van welk werkwoord komt:
de herinnering
Slide 35 - Open vraag
Van welk werkwoord komt:
het gesprek
Slide 36 - Open vraag
Van welk werkwoord komt:
het gevoel
Slide 37 - Open vraag
Van welk werkwoord komt:
belachelijk
Slide 38 - Open vraag
Van welk werkwoord komt:
onophoudelijk
Slide 39 - Open vraag
Van welk zelfstandig nw komt:
bedoelen
Slide 40 - Open vraag
Van welk zelfstandig nw komt:
herhalen
Slide 41 - Open vraag
Van welk zelfstandig nw komt:
waarderen
Slide 42 - Open vraag
Welke afleiding kan je maken van breken?
A
breeklijk
B
breekbaar
C
breekzaam
D
breeking
Slide 43 - Quizvraag
Welke afleiding kan je maken van herkennen?
A
herkenzing
B
herkenlijk
C
herkenzaam
D
herkenbaar
Slide 44 - Quizvraag
Welke afleiding kan je maken van koning?
A
koninklijk
B
koninkbaar
C
koninkzich
D
koningzaam
Slide 45 - Quizvraag
Welke afleiding kan je maken van horen?
A
hoorlijk
B
hoorbaar
C
hoorzaam
D
hooring
Slide 46 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Toptaal A1A2 16 juni
Juni 2022
- Les met
30 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
Hoofdstuk 12 - Scheidbare werkwoorden
April 2023
- Les met
25 slides
Toptaal A1A2 24 mei
Mei 2022
- Les met
45 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
A2: Scheidbare werkwoorden
September 2023
- Les met
20 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
oefenen TOA-toets
Mei 2024
- Les met
52 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
NIG- Hoofdstuk 12
Maart 2024
- Les met
17 slides
NT2
HBO
Studiejaar 1
NIG- Hoofdstuk 12
December 2024
- Les met
17 slides
NT2
HBO
Studiejaar 1
Verbeteren toets 24/9 - OKAN Groen
September 2024
- Les met
24 slides
NT2
Secundair onderwijs