Oefentoets Uitvindingen Handel

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welk tijdvak hoort bij de afbeelding?
A
Monniken en Ridders
B
Steden en Staten
C
Ontdekkingsreizen
D
Grieken en Romeinen

Slide 3 - Quizvraag

In de Middeleeuwen geloofde men dat de aarde .............
A
Rond was.
B
Groot was.
C
Klein was.
D
Plat was.

Slide 4 - Quizvraag

Wat bewees deze man?
A
Dat de aarde plat was.
B
Dat de aarde rond was.
C
Dat de aarde klein was.
D
Dat de aarde groot was.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom was het kompas belangrijk voor de zeevaart?
A
Zo kon men de weg naar China vinden.
B
Zo kon men de route op open zee bepalen.
C
Zo wist men overal de weg.
D
Het hebben van een kompas gaf aanzien.

Slide 6 - Quizvraag

In welk jaar ..... zorgde Marco Polo voor een handelsroute over land naar welk land ....... ?
A
jaar 1271 , land China
B
jaar 1271, land Indonesië
C
jaar 1492, land China
D
jaar 1492, land Amerika

Slide 7 - Quizvraag

Welk tijdvak is dit?
A
Tijdvak van de Gouden Eeuw
B
Tijdvak van Koningen en Prinsen
C
Tijdvak van regenten en vorsten
D
Tijdvak van de 80-jarige oorlog.

Slide 8 - Quizvraag

Wie was de Koning van Spanje in de 16e eeuw?

Slide 9 - Open vraag

Waarvoor had Filips 2 De Nederlanden nodig?
A
Voor het innen van belasting.
B
Voor het vervolgen van protestanten.
C
Voor het vervolgen van katholieken.
D
Om hem te helpen met de 80-jarige oorlog.

Slide 10 - Quizvraag

In 1566 begint de 80-jarige oorlog met de ...........
A
Vrede van Munster
B
De Beeldenstorm
C
de bijeenkomst van de Staten-Generaal
D
de komst van de Stadhouder.

Slide 11 - Quizvraag

In de 80 jarige oorlog stond de Spaanse Generaal Alva tegenover .............. van de Nederlanden.
A
Willem Alexander
B
Filips 3
C
Willem van Oranje
D
Filips 2

Slide 12 - Quizvraag

De verhuizing van ambachtslieden van Antwerpen naar Amsterdam in de 16e eeuw is ...............
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei.

Slide 13 - Quizvraag

Geboorte en sterfte horen bij ........
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer heb je te maken met een geboorteoverschot?

Slide 15 - Open vraag

De Republiek der verenigde Nederlanden werd bestuurd door ...
A
Koning Filips 2
B
Keizer
C
President
D
Regenten

Slide 16 - Quizvraag

Welk gewest had het meeste invloed op het bestuur van de Republiek?
A
Gewest Zeeland
B
Gewest Gelderland
C
Gewest Holland
D
Gewest Utrecht

Slide 17 - Quizvraag

Op welke twee gebieden maakten de gewesten gezamenlijke afspraken?

Slide 18 - Open vraag

Wat deed de Stadhouder?
A
Hij was de Generaal van het leger.
B
Hij was de baas van de handel.
C
Hij was de baas van het land.
D
Hij was de baas van de scheepvaart.

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting V.O.C.?

Slide 20 - Open vraag

De W.I.C. werd opgericht in .........
A
1619
B
1602
C
19 jaar na de oprichting van de V.O.C.
D
15 jaar na de oprichting van de V.O.C.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een aandeel?
A
Stukje eigendom van een bedrijf
B
Een brief met daarop de gegevens van een bedrijf.
C
Een bedrijf dat handel drijft in specerijen.
D
Een bedrijf dat handelt in slaven.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een multinational?

Slide 23 - Open vraag

Wat is wind?

Slide 24 - Open vraag

Waarom wordt de passaat bij de evenaar ook wel trade-wind genoemd?

Slide 25 - Open vraag

Wat werd door de W.I.C. verhandeld van Europa naar Afrika?
A
Slaven
B
Wapens
C
Tabak
D
Katoen

Slide 26 - Quizvraag

Wat werd door de W.I.C. verhandeld van Amerika naar Europa?
A
Slaven
B
Wapens
C
Tabak
D
Katoen

Slide 27 - Quizvraag

Wat werd door de W.I.C. verhandeld van Afrika naar Amerika?
A
Slaven
B
Wapens
C
Tabak
D
Katoen

Slide 28 - Quizvraag

Per reis werden ongeveer 700 slaven vervoerd van Afrika naar Amerika. 15% daarvan kwam te overlijden. Hoeveel slaven zijn dat

Slide 29 - Open vraag

Noem twee voorbeelden van moderne slavernij.

Slide 30 - Open vraag